Gewas: Roos
Wetenschappelijke naam: Pseudoperonospora sparsa
Groep: Waterschimmels (Oömyceten)
Rozenstruik aangetaste door valse meeldauw | Bladeren met symptomen van valse meeldauw |
Pseudoperonospora sparsa, schadebeeld, aangetaste bladeren zijn afgevallen, Rosa |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Valse meeldauw, of 'het zwart' is een schimmelziekte, die in roos schade kan aanrichten. Deze schimmel kan met name in het najaar, als de luchtvochtigheid hoog is problemen veroorzaken.
De aantasting treedt meestal op aan jonge plantendelen. De symptomen komen zowel voor op blaadjes, stengels, bloemsteel, kelk- en kroonblaadjes. Aangetaste blaadjes krijgen paarsachtig-rode tot grauwzwarte vlekken. Later vergeelt het hele blad en valt snel af Aan de onderkant van het blad zit vuilwit schimmelpluis. De eerste symptomen lijken vaak op verbranding door gewasbeschermingsmiddelen. Ook op stengels en bloemstelen ontstaan bruinrode tot bruinzwarte langgerekte vlekken die qua grootte enkele mm tot 2 cm of langer kunnen zijn.
Valse meeldauw ontwikkelt optimaal onder vochtige omstandigheden. De meeldauwsporen hebben een dun laagje water op het blad nodig om te kiemen en in de plant te dringen. De sporen zijn kwetsbaar en hooguit enkele weken levenskrachtig. Via de huidmondjes dringt de schimmel in de plant. Indien er een lagere relatieve luchtvochtigheid van 85% of lager wordt gerealiseerd is de kans op infectie klein. De sporenvorming verloopt optimaal bij een temperatuur van 18 oC. Geen ontwikkeling vindt er plaats bij een lagere temperatuur dan 5 oC en een temperatuur die hoger is dan 27 oC. Het schimmelweefsel (mycelium) groeit in tegenstelling tot echte meeldauw, in het plantenweefsel en de sporendragers steken via de huidmondjes naar buiten. De sporen, die op de sporendrager worden gevormd, laten door luchtbeweging of tijdens de watergift los en veroorzaken weer nieuwe infecties. In het aangetaste weefsel vormt de schimmel dikwandige rustsporen die in de grond kunnen overwinteren. Met deze sporen kan de schimmel lang overleven. Na verrotting van plantenweefsel komen die sporen vrij en kunnen voor nieuwe infecties zorgen.
- Aangetaste planten kunnen niet genezen daarom deze planten verwijderen en in gesloten zakken afvoeren.
- In een grondteelt, onder het gewas door, bij voorkeur 's morgens water geven.
- Teel bij een luchtvochtigheid onder 85% en voorkom grote temperatuurschommelingen.
- Na een aantasting substraat vernieuwen of ontsmetten stomen. Bij een grondteelt de grond stomen.