Gewas: Paardenkastanje en soms Acer soorten
Wetenschappelijke naam: Cameraria ohridella
Groep: Insecten
De volwassen kastanjemineermot. | Larven van de mineermot. |
Bruine plekken op de plaats waar de larven het blad gemineerd hebben. | Bladaantasting. |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
De larven van de kastanjemineermot (Cameraria ohridella) mineren het blad wardoor op het blad bruine plekken ontstaan.
Deze mineermot is enkele milimeters lang en eind jaren 90 voor het eerst in ons land aangetroffen. De vleugels van de mot zijn met fijne haardjes bezet. De paardenkastanje (Aesculus hippocastanum )is de waardplant, maar soms worden ook acer soorten door deze mineermot aangetast.
De soort overwintert als pop in afgevallen blad. In de loop van mei worden de eitjes gelegd. De larven, die uit de eitjes komen, vreten het bladmoes weg tussen de opperhuidslagen van het blad en maken gangen of mijnen in het blad (mineren). Als je verse aantastingen open maakt, dan kun je de larven in het blad aantreffen. Aanvankelijk is het blad op de gangen nog groen, maar na verloop van tijd sterft het weefsel af en ontstaan de kenmerkende bruine vlekken op het blad. In ongeveer 7 tot 10 weken komt een volledige generatie tot ontwikkeling. In een jaar met een mooie nazomer kunnen tot drie generaties tot ontwikkeling komen. Het aantastingsbeeld kan verward worden met de schimmelziekte, Guignardia aesculi. Deze veroorzaakt bladvlekken met een gele ring.
Chemisch:
Er zijn middelen, die een toelating hebben voor de bestrijding van o.a. de kastanjemineermot.
Deze bestrijding moet meerdere malen herhaald worden, omdat de boom in de zomermaanden meerdere keren opnieuw geinfecteerd wordt. In de praktijk wordt dit soort bestrijdingen zelden uitgevoerd.
Niet chemisch:
Door het ruimen van blad.
Met feromoonvallen kan de kastanjemineermot worden aangetoond.