Gewas: Appel, Peer
Wetenschappelijke naam: Rhopalosiphum insertum
Groep: Insecten
Glanzend zwarte wintereieren van appelgrasluis op het hout | Vroeg in het voorjaar kunnen de uitlopende knoppen bedekt zijn met jonge appelgrasluizen |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Appelgrasluis kan in grote aantallen voorkomen in de boomgaard, maar vormt zelden een plaag. In het vroege voorjaar kunnen de knoppen bedekt zijn met luizen. Later wordt aantasting zichtbaar aan het krullen van de rozetbladeren.
Pas bij zeer hoge dichtheid ontstaat zoveel zuigschade, dat groei en vruchtdracht beïnvloed worden. Dan is een bestrijding gewenst. In de herfst keren de luizen terug van gras naar appel, maar veroorzaken dan geen schade.
Appelgrasluis overwintert als ei op de takken, kleine ovale zwarte eieren op het eenjarige hout. In het voorjaar, zo rond het verschijnen van de eerste groene delen, komen de eerste eieren uit. De jonge luizen bezetten al snel de knoppen. De appelgrasluis heeft eerst enkele generaties op appel, voordat hij in mei als gevleugelde vertrekt naar grassen. In de herfst keren gevleugelden terug van gras naar appel en kunnen in grote hoeveelheden op het blad gevonden worden. Door deze generatie worden de wintereieren afgezet.
Een bestrijding specifiek tegen appelgrasluis moet pas worden overwogen wanneer meer dan de helft van de knoppen bedekt is met luizen. Meestal zal appelgrasluis voldoende worden onderdrukt door bespuitingen tegen rose appelluis of appelbloedluis, die vaak eerder nodig zijn. Informatie over middelengebruik is te vinden in de gewasbeschermingsgids van de PD of op de digitale Gewasbeschermingskennisbank.