Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 9 Huidig »


In onderstaand overzicht staan de voordelen en aandachtspunten van bouwplanverruiming op een rij. De voor- en nadelen hangen ook sterk af van het gewas dat wordt gekozen. Hier wordt in de tekst onder de tabel verder op ingegaan.


Voordeel

Aandachtspunt

Bedrijfsvoering

  • Bij inzet van vlinderbloemigen minder bemesting nodig.

  • Minder bestrijdingsmiddelen nodig.

  • Droogteresistentie (bij luzerne bijvoorbeeld).

  • Meer kennis, materieel en handelingen nodig voor verschillende teelten.

  • Afzet van minder gangbare gewassen vraagt inspanning.

Bedrijfsresultaat

  • Spreiding van risico

  • In sommige situaties gelijkblijvend saldo met een ruimere rotatie door bijv. plaagonderdrukking of hogere opbrengst volgteelt.

  • In sommige situaties op de korte termijn minder rendement.

Bodemkwaliteit

  • Betere bodemstructuur.

  • Betere waterhuishouding.

  • Verhoogd organische stofgehalte.

  • Effecten zijn lange termijn en worden versterkt door een combinatie van maatregelen (groenbemesters, organische mest, minder grondbewerking).

Ziekten en plagen

  • Minder monocultuur en daardoor minder gevoelig voor plagen.

  • Minder last van bodemplagen zoals schadelijke aaltjes.

  • Toename in aantallen en diversiteit van natuurlijke vijanden van plagen.

  • De juiste combinatie van gewassen moet gekozen worden in het bouwplan om te voorkomen dat bepaalde plagen juist vermeerderen.

  • Vlinderbloemigen zijn gevoelig voor luizen en kunnen aaltjes vermeerderen.

Onkruid

  • Snel opkomende gewassen (zoals graan, gras) kunnen onkruid onderdrukken.


Biodiversiteit

  • Toename in diversiteit van bodemleven, insecten en mogelijk ook overige dieren (vogels, zoogdieren).



Voordeel

Aandachtspunt

Bedrijfsvoering

  • Bij inzet van vlinderbloemigen minder bemesting nodig.

  • Minder bestrijdingsmiddelen nodig.

  • Droogteresistentie (bij luzerne bijvoorbeeld).

  • Meer kennis, materieel en handelingen nodig voor verschillende teelten.

  • Afzet van minder gangbare gewassen vraagt inspanning.

Bedrijfsresultaat

  • Spreiding van risico

  • In sommige situaties gelijkblijvend saldo met een ruimere rotatie door bijv. plaagonderdrukking of hogere opbrengst volgteelt.

  • In sommige situaties op de korte termijn minder rendement.

Bodemkwaliteit

  • Betere bodemstructuur.

  • Betere waterhuishouding.

  • Verhoogd organische stofgehalte.

  • Effecten zijn lange termijn en worden versterkt door een combinatie van maatregelen (groenbemesters, organische mest, minder grondbewerking).

Ziekten en plagen

  • Minder monocultuur en daardoor minder gevoelig voor plagen.

  • Minder last van bodemplagen zoals schadelijke aaltjes.

  • Toename in aantallen en diversiteit van natuurlijke vijanden van plagen.

  • De juiste combinatie van gewassen moet gekozen worden in het bouwplan om te voorkomen dat bepaalde plagen juist vermeerderen.

  • Vlinderbloemigen zijn gevoelig voor luizen en kunnen aaltjes vermeerderen.

Onkruid

  • Snel opkomende gewassen (zoals graan, gras) kunnen onkruid onderdrukken.

Biodiversiteit

  • Toename in diversiteit van bodemleven, insecten en mogelijk ook overige dieren (vogels, zoogdieren).

  • Geen labels