Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 8 Huidig »


Gewas: Pruim


Wetenschappelijke naam: Hoplocampa flava

Groep: Insecten

Een opengemaakte, door pruimenzaagwesp aangeboorde jonge vrucht met een bastaardrups


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

De pruimenzaagwesp is er in twee varianten, de zwarte en de gele. Beide insecten hebben dezelfde levenscyclus en kunnen tegelijkertijd in de boomgaard gevonden worden.

De volwassen pruimenzaagwesp is 4 mm lang, zwart of geel van kleur, met zwarte doorschijnende vleugels. De vluchtpiek van de pruimenzaagwesp valt in april en dus midden in de bloei van pruim. Vroegbloeiende en laatbloeiende rassen hebben meestal minder last van pruimenzaagwesp. Al tijdens de bloei zijn de eieren te vinden aan de onderkant van de kelkslippen. Vaak is ook het zaaggangetje als zwarte plek zichtbaar. De larve van de pruimenzaagwesp is 9 tot 11 mm lang, cremewit van kleur met eerst een zwarte en later meer een lichtbruine kop. De larve die uit het ei is gekomen, boort dwars door het jonge vruchtje naar de volgende vrucht in het cluster. Hij kan zo wel drie tot vier vruchten doorboren en daarmee flinke schade veroorzaken. Inboringen van pruimenzaagwesp zijn te herkennen aan vochtige, zwarte pulp rond het boorgat en aan de uitscheiding van gom. Ingeboorde vruchten vallen meestal af.

Levenswijze

De pruimenzaagwesp heeft één generatie per jaar. Hij overwintert als cocon op enkele centimeters diepte in de grond. In het voorjaar verpoppen de larven en in april, tijdens de bloei, komen de volwassen zaagwespen tevoorschijn. De volwassen zaagwespen leven slechts twee weken. Na paring legt het vrouwtje een ei op de onderkant van de kelkslippen. Ze doet dat door met haar legboor een gat te prikken net onder de opperhuid en daarin haar ei te leggen. Al na twee weken ontwikkelt zich uit het ei een larve die een gang boort naar de pit en van daaruit van vrucht naar vrucht zich een weg baant. Als de larve volgroeit is, en dat duurt ongeveer 4 á 5 weken, laat ze zich op de grond vallen, kruipt weg in de grond en vormt een bruine cocon. In deze cocon overwintert de pruimenzaagwesp. Een deel van de cocons levert pas na twee jaar weer een volwassen pruimenzaagwesp op.

Maatregelen

Omdat een groot deel van de levenscyclus zich in de vrucht afspeelt, is bestrijding van pruimenzaagwesp erg moeilijk. Momenteel is geen chemische bestrijdingsmethode voorhanden.



  • Geen labels