Gewas: Sierteelt, tomaat
Wetenschappelijke naam: Bemisia tabaci
Groep: Insecten
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Herkenning |
---|
Wittevliegen of motluizen behoren niet tot de vliegen, maar zijn verwant aan de bladluizen. Tabakswittevlieg is een tropische wittevliegsoort die sinds 1987 in kassen in ons land wordt gevonden. De soort is is moeilijk te onderscheiden van de meer voorkomende kaswittevlieg. De stand van de vleugels is meer parallel aan het lichaam. Dit verschil is moeilijk waar te nemen. Het belangrijkste verschil tussen kaswittevlieg en tabakswittevlieg zit in de microscopisch waar te nemen bouw van de anale opening van de pop. De anale opening bij tabakswittevlieg is langgerekt van vorm met een gladde tong terwijl die van kaswittevlieg korter is en gekarteld . De poppen van de kaswittevlieg kunnen in een beperkt aantal gevallen grijsbruin gevlekt zijn; vaak gaat het dan om grotere populatie. De eieren van B. tabaci zijn lichtbruin. De eieren van Kaswittevlieg zijn donkerbruin tot paars/zwart. Het zijn snavelinsecten, die met hun snuit voedsel aan de floëemvaten onttrekken. Evenals blad-, dop- en schildluizen scheiden ze honingdauw uit, die weer als voedingsbron dient voor roetdauwschimmels. Hierdoor vervuilen de bladeren en bloemen. Bij een hoge plaagdichtheid vallen bladeren af. De soort is bijzonder polyfaag en heeft meer dan duizend waardplanten uit meer dan honderd plantenfamilies. B. tabaci wordt het meest gevonden op kruidachtige planten en de lijst met waardplanten groeit nog steeds. Inmiddels komt B. tabaci voor op alle continenten behalve Antarctica. De laatste jaren komt Tabakswittevlieg in toenemende mate voor in de glastuinbouw o.a. poinsettia, bouvardia, hibiscus, lisianthus en gerbera zijn goede waardplanten. En Tabakswittevlieg komt ook veel voor in de vruchtgroenten paprika, tomaten, aubergine en komkommer. Bij gerbera komt geelverkleuring van de bloemstelen voor en bij onder meer bouvardia ontstaat nerfvergeling van de jongere bladeren. Bij oudere bladeren verdwijnt dit symptoom grotendeels. De Tabakswittevlieg is een vector voor gevreesde plantenvirussen o.a. tomatengeelkrulbladvirus (Tomato Yellow Leaf Curl Virus = TYLCV). Dit virus heeft een quarantaine-status. Daarnaast kan tabakswitevlieg nog meer dan 100 andere virussen overbrengen. De gewone kaswittevlieg is vector voor een paar virussen. |
Levenswijze |
---|
De ontwikkelingssnelheid wordt voornamelijk bepaald door de temperatuur. Het aantal eieren dat gelegd wordt hangt vooral af van de waardplant. In poinsettia legt een wijfje bij 22°C circa 90 eieren. In tomaat (bij 25°C) ongeveer 170 eieren, in aubergine ligt dit aantal boven de 200 (bij 25°C). Alvorens volwassen te worden doorloopt de Tabakswittevlieg een eistadium en vier larvenstadia. Tijdens het 4de larvenstadium stopt de larve met eten en verandert van uiterlijk. Dit wordt ook wel het popstadium genoemd. De omtrek van de pop is onregelmatig en ingedeukt. De pophuid is transparant, waardoor de wittevlieg erin te zien is. De pophuid van de Kaswittevlieg is ondoorzichtig. Twee tot zeven dagen na het uitkomen van de volwassen vrouwtjes begint de eileg. Doordat de Tabakswittevlieg haar eieren verspreid over de plant afzet komen er verschillende larvenstadia voor op één blad. Tabakswittevlieg heeft een hogere overleving bij temperaturen boven de 25°C dan kaswittevlieg. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|
|