Gewas: suikerbiet, zomertarwe en zomergerst, uien en raaigrassen
Wetenschappelijke naam: Meloidogyne naasi
Groep: Aaltjes
Kiemplanten van de biet met de kenmerkende knobbels aan uiteinden van de worteltjes | Plek met slechte groei en wegvallen van kiemplanten door M. naasi aantasting |
Aangetaste kiemplanten | Aantasting in later groeistadium: baardig wortelstelsel en verdikkingen aan de wortels |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
De graswortelknobbelaaltjes vormen langgerekte en dikke knobbels aan het uiteinde van de wortels. Schade kun je herkennen aan achter blijven in groei van het gewas en de kenmerkende knobbeltjes aan de wortels.
Het aaltje kan schade veroorzaken in suikerbiet, zomertarwe en zomergerst, uien en raaigrassen. In zomergranen kan op percelen met een lage pH opbrengstderving optreden.
Graswortelknobbelaaltjes hebben maar een generatie per jaar, waardoor de opbouw van een schadelijke populatie zeer langzaam verloopt. De vrouwtjes zetten eitjes af in een soort gelatine in en op de knobbeltjes op de wortels. In het voorjaar, bij oplopende temperaturen, komen de larven uit de eitjes.
Graswortelknobbelaatjes komen voor op zand, dal en lichte kleigronden.
De belangrijkste maatregel is het telen van een niet waardgewas voor een gevoelig gewas. Slechte waardgewassen zijn onder andere aardappel, mais, vlinderbloemigen zoals erwten en bonen, koolsoorten en kruisbloemige groenbemesters.