Gewas: prei en uiten
Wetenschappelijke naam: Trichodoridae en Longidorus elongatus
Groep: Aaltjes
Perceel zaaiuien met een slecht groeiende plek door aantasting van Paratrichodorus teres | Goede en minder goede plant van zaaiuien uit een perceel met aantasting door P. teres. Het wortelstelsel van de minder goede plant is meer vertakt. Vaak worden de worteluiteinden iets geel (is op deze dia niet te zien |
Prei; goede (80 Trichodoridae/100 ml grond) en slechte (1060 Trichodoridae/100 ml grond) plant met een duidelijk verschil in de ontwikkeling van het wortelstelsel; Dit groeiverschil is een gevolg van aantasting door Trichodoridae (drie soorten). | Een goede en twee slechte planten met overeenkomstige wortelstelsels afkomstig van een perceel met aantasting door L. elongatus; wortelpunten van de slechte planten zijn soms opgezwollen en haakvormig omgebogen |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
In het veld herkent met een aantasting aan onregelmatige plekken, waar afwisselend gezonde en aangetaste planten staan.
De aaltjes prikken vooral worteltjes aan, waardoor de lengte groei van de wortel stopt en de plant overgaat tot het vormen van nieuwe wortels. Aangetaste planten hebben een bossig wortelstelsel. De meeste aantasting treedt op in een koud en nat voorjaar.
Vrijlevende wortelaaltjes hebben hun naam te danken aan het feit, dat ze uitsluitend buiten de plant leven en de plantenwortels oppervlakkig aanprikken. P. teres komt vooral voor op de lichte (marine) zandgronden en lichte zavelgronden in de Noordoostpolder en de Wieringermeer, maar kan ook op andere zand en dalgronden voorkomen.
Vrijlevende wortelaaltjes hebben een grote waardplantenreeks, waaronder verschillende gewassen, onkruiden en groenbemesters. De aaltjes overbruggen een gewasloze periode op het veld als ei. Totaal vervelt het dier van ei tot volwassen vier keer. Per teeltseizoen komen 3 tot 5 generaties voor.
- Gras en grasgroenbemesters hebben een sterk vermeerderend effect op P teres De teelt van bladrammenas als groenbemester vermindert de aaltjespopulatie..
- Extra organische stof aanvoeren vermindert de schade. De organische stof moet na de hoofgrondbewerking worden opgebracht en oppervlakkig worden ingewerkt.
- Uitvoeren van een natte grondontsmetting.