Gewas: Hippeastrum
Wetenschappelijke naam: Pratylenchus penetrans en P. scribneri
Groep: Aaltjes
Rode lesies op de wortels van amaryllis duiden op aantasting van het wortellesieaaltje | Schade aan de wortels door aantasting van wortellesie-aaltjes. Van links naar rechts: beginbesmetting van 2000, 1000, 100 en 0 aaltjes per bol |
Microscopische opname van prikkend wortellesiaaltje |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Pratylenchus spp. of het wortellesieaaltje kan onder andere in Amaryllis tot productieverlies leiden. Uit de literatuur en een praktijkinventarisatie is bekend dat het gaat om de wortellesieaaltjes Pratylenchus penetrans en P. scribneri
Aantasting door wortellesieaaltjes in het gewas is zichtbaar doordat plekken in de kas achterblijven in groei (zowel het blad als de bol), er worden minder en kortere bloemstelen gevormd en ook de bloemkwaliteit neemt af. Schade van het wortellesieaaltje is ook duidelijk aan de wortels te zien door de aanwezigheid van kleine of grotere rode strepen (lesies, zie Foto 1) op de wortels. Deze lesies groeien, waardoor uiteindelijk de wortels gedeeltelijk of geheel wegrotten (Foto 2).
Belangrijk is het om besmette partijen niet verder te vermeerderen en te verspreiden binnen of buiten het bedrijf. Na het rooien krijgen amaryllisbollen een warmwaterbehandeling van 120 minuten bij 46°C. Omdat het rooien in de bloementeelt vaak maar ééns in de vier of vijf jaar gebeurt, worden de bollen ook maar eens in de vier of vijf jaar `gekookt' (= het geven van een warmwaterbehandeling). Als tijdens het koken niet alle aaltjes en eitjes gedood worden, kan in de nieuwe teeltperiode weer een flinke aaltjespopulatie worden opgebouwd, waardoor schade aan het gewas kan ontstaan.
Chemische bestrijding van het wortellesieaaltje in Amaryllis in substraten is niet mogelijk. In de volle grond is stomen een mogelijkheid.
Een geïntegreerde aanpak kan de problemen met wortellesieaaltjes voorkomen of beperken. Onder de maatregelen van een geïntegreerde aanpak vallen onder andere: bedrijfshygiëne, aaltjesvrij plantmateriaal, goede ontsmetting van het teeltsysteem en de voedingsoplossing. Een tijdige detectie kan voorkomen dat een aantasting zich kan uitbreiden.