Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 4 Volgende »

Gewas: Asperge

Wetenschappelijke naam: Puccinia asparagi

Groep: Schimmels

Oranje-sporenstadium op de stengels van aspergeAecia van Puccinia

Bruine-sporenstadium op de stengels van aspergeZwarte-sporenstadium op de stengels van asperge


Tweecellige teliosporen van aspergeroest


Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo


Herkenning
In juli zijn eerst oranje en daarna bruine blaasjes te zien op loofdelen. In het najaar worden deze blaasjes zwart. Deze schimmel komt behalve op de gekweekte asperge ook op wilde aspergesoorten voor.
Levenswijze

Vroeg in het voorjaar ontwikkelen zich lichtgroene plekjes. Ze bevatten pycnia, orgaantjes die een soort geslachtelijke sporen, de pycniosporen, bevatten. Er zijn geen mannelijke of vrouwelijke geslachtscellen te herkennen, maar + en – sporen. Het schimmelweefsel dat uit de versmelting van die sporen ontstaat vormt aecia, een soort bekertjes met oranje sporen, de aeciosporen. Die aeciosporen worden met wind en opspattende regendruppels verspreid in het gewas. Als deze sporen kiemen, vormen ze blaarachtige plekken, de uredinia.

Oranje-sporenstadium

Vroeg in het voorjaar ontwikkelen zich lichtgroene plekjes. Ze bevatten pycnia, orgaantjes die een soort geslachtelijke sporen, de pycniosporen, bevatten. Er zijn geen mannelijke of vrouwelijke geslachtscellen te herkennen, maar + en – sporen. Het schimmelweefsel dat uit de versmelting van die sporen ontstaat vormt aecia, een soort bekertjes met oranje sporen, de aeciosporen. Die aeciosporen worden met wind en opspattende regendruppels verspreid in het gewas. Als deze sporen kiemen, vormen ze blaarachtige plekken, de uredinia.

Bruine-sporenstadium

De uredinia vormen roodbruine, roestkleurige urediniosporen. Deze sporen verspreiden zich ook via wind en opspattende regendruppels door het gewas en vormen dan nieuwe uredinia. Met deze sporen kan een infectie zich snel uitbreiden in een gewas. Er zit ongeveer twee weken tussen kieming van een spore en het ontwikkelen van nieuwe urediniosporen. Vochtige warme omstandigheden zijn ideaal voor de ontwikkeling van deze schimmel.

Zwarte-sporenstadium

In najaar verkleuren de roestkleurige blaasjes, die nu telia genoemd worden, naar zwart. Dat komt omdat er dan een nieuw soort spore wordt gevormd, de teliosporen. Dit zijn tweecellige, dikwandige sporen waarmee de schimmel kan overwinteren op gewasresten in of boven de grond. In het vroege voorjaar kiemen deze teliosporen en op die kiem ontstaat een zogenaamd basidium en daarop ontstaan basidiosporen. Deze basidiosporen infecteren de jonge aspergescheuten en vormen daarop pycnidia. En dan is deze ingewikkelde levenscyclus rond.

Maatregelen
  • Gebruik van resistente of minder vatbare rassen

  • Na oogst loofresten verwijderen

  • Chemische bestrijding tijdens het groeiseizoen volgens geldende regelgeving

  • Geen labels