Gewas: Gladiool
Wetenschappelijke naam: Curvularia gladioli
Groep: Schimmels
Convularia-ziekte gladiool: knolaantasting | Convularia-ziekte gladiool: knolaantasting na kaalmaken |
| |
Convularia-ziekte gladiool: aangetaste schede- en loofbladeren |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
De donkerbruine to bijna zwarte strepen in de vliezige huiden, die vanuit de inplantingsplaats naar boven uitstralen, vormen het meest karakteristieke symptoom op de knollen (foto 1).
Bij ernstige aantasting is de huid op die plaatsen enigszins ruw en gebarsten en soms gedeeltelijk verteerd; het restant vertoont dan een zwartbruine rand. Ook komen, voornamelijk op de buitenste huid, verspreid spetters, vlekken en strepen voor en soms een egale donkerbruine verkleuring aan de top van de eerste huid.
Na kaalmaken zijn op het onderste deel van de knol verspreid voorkomende spetters of onregelmatig gevormde, zwartbruine, ingezonken vlekken te vinden (foto 2). Aantasting van het knolvlees, soms alleen aan de basis, is ook mogelijk zonder dat de huiden symptomen vertonen. De ziekte kan verward worden met Fusarium.
In het veld en in matig verwarmde kassen kunnen de schedebladeren worden aangetast, waardoor de beide boven de grond uitstekende punten daarvan bruin worden (foto 3). Het ondergrondse deel is donkerbruin en deels vergaan, terwijl in de loofbladeren vlak boven de grond langgerekte donkerbruine strepen aanwezig zijn, die naar beneden doorlopen in de nog witte, toekomstige huiden. Op deze strepen is het sporendragende mycelium van de schimmel aanwezig dat de kleur van het zieke weefsel mede bepaalt.
De ziekte komt in Nederland betrekkelijk weinig voor. Wortelrot en bladvlekken ontstaan onder Nederlandse omstandigheden niet. De ziekte wordt vooral waargenomen bij geïmporteerde partijen die in in warme landen zijn gegroeid.
Aangezien op ziek gerooide knollen veel schimmelsporen aanwezig zijn, mag worden aangenomen dat de ziekte tijdens het spoelen en verdere verwerking verspreid wordt. De ziekte wordt voornamelijk via besmet plantgoed overgebracht. De overlevingsmogelijkheden van Convularia in de grond zijn onbekend.
Er bestaan aanzienlijke verschillen in vatbaarheid tussen de cultivars. In het algemeen zijn aangetaste knollen, zelfs zonder ontsmetting, nog goed bruikbaar voor bloemproductie.
- Zieke knollen tijdens de bewaring verwijderen;
- plantgoed ontsmetten volgens geldende adviezen;
- kralen een warmwaterbehandeling geven van 0,5 uur bij 53°C.