Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 7 Volgende »


Gewas: Lelie


Wetenschappelijke naam: Bladverbranding 

Groep: Overige aantasters

 
 
BladverbrandingBladverbranding


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Wanneer de planten ongeveer een derde van hun normale lengte hebben bereikt, ontstaan in een zone van de jongste loofbladeren enkele tot vele, geelgroene, maar ook wel witachtige stipjes of vlekken.

Vaak blijft de top van aangetaste blaadjes groen. Wanneer de symptomen hevig zijn, is de beschadigde zone geheel wit en soms zelfs plaatselijk bruin en kromt het blad zich op de beschadigde plek of verdort het bladgedeelte erboven.

Veelal groeit de plant na een periode van bladverbranding weer normaal verder. In die gevallen komen de symptomen alleen op een bepaalde hoogte van de plant voor.

In zeer ernstige gevallen komen bovengenoemde symptomen niet voor, maar gaan alle blaadjes en tevens de zeer jonge bloemknopjes te gronde. De planten groeien dan niet door. Dit verschijnsel wordt wel 'broeikop' genoemd. De verschijnselen komen doorgaans verspreid, maar ook pleksgewijs voor.

Levenswijze

De kans op bladverbranding neemt toe:

  • naarmate de omvang van de geplante bollen groter is;
  • als de wateropname wordt belemmerd, bijvoorbeeld doordat de bol- en/of stengelwortels in een slechte conditie zijn of het zoutgehalte van de grond te hoog is;
  • als het bovengrondse deel van de plant te snel gegroeid is in verhouding tot het wortelstelsel; 
  • als de verdamping teveel wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld door sterke luchtbeweging of felle zonneschijn.

Er zijn aanwijzingen dat een tekort aan calcium mede van invloed is op het ontstaan. De gevoeligheid varieert sterk per soort of cultivar

Maatregelen
  • zorgen dat de grond bij het planten vochtig is en niet te veel is verzilt;
  • de bollen voldoende diep planten;
  • bollen met goede wortels gebruiken; deze mogen beslist niet uitgedroogd zijn;
  • zorgen voor een goede bestrijding van ziekten en plagen die de wortels kunnen beschadigen;
  • van gevoelige cultivars geen te grote bollen gebruiken;
  • te sterke verdamping van de planten voorkomen door te schermen en/of bij helder weer enkele malen per dag te broezen;
  • te snelle groei voorkomen door de kastemperatuur op een matig niveau te houden (±15°C).




  • Geen labels