Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

Versie 1 Volgende »

In fokprogramma's worden eigenschappen van dieren continu gemeten en opgeslagen in databases. Deze databases bevatten eigenschappen van voorouders, te selecteren levende fokdieren, hun broers en zussen en hun nakomelingen. Voor levende dieren die geselecteerd kunnen worden voor de fokkerij worden al deze gegevens gecombineerd met statistische methoden om zo hun fokwaarde te schatten. Het aantal generaties tussen het te selecteren dier en het dier waarvan interessante gegevens in de database zijn opgeslagen, bepaalt de additieve relatie en daarmee de bruikbaarheid bij het schatten van de fokwaarde van het te selecteren dier. Bovendien hangt de waarde van de informatie af van de aard van de eigenschap (geslachtsgebonden, wanneer kan dit in het leven worden gemeten enz.). En aantallen familieleden met gegevens zijn belangrijk: één kleindochter met karkasgegevens is nauwelijks informatief voor de genetische waarde van een grootvader, maar als er duizenden kleindochters zijn, zoals het geval is in de varkensvleesproductie, zijn deze gegevens zeer waardevol.

In het genomische tijdperk, waarin de DNA-samenstelling van een dier bekend is en wordt gebruikt voor genomic selection, is de combinatie van informatie ook zeer effectief: ten eerste is de genetische relatie tussen dieren nauwkeuriger bekend en ten tweede kunnen niet-genetische effecten op de eigenschap bij nauwkeuriger worden geschat.

  • Geen labels