Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

Versie 1 Huidig »

In het kort

De Kaderrichtlijn Water heeft als doel de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater in Europa te waarborgen. Hier leest u wat de Kaderrichtlijn Water inhoudt.

Kaderrichtlijn Water

Afbeelding1.jpg

eDoel van de regelgeving

De Kaderrichtlijn Water (KRW) is in 2000 van kracht geworden en heeft als doel de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater in Europa te waarborgen. In de richtlijn staan afspraken die ervoor moeten zorgen dat uiterlijk in 2027 het water in alle Europese landen voldoende schoon en gezond is. Uitgangspunten voor de KRW zijn dat de vervuiler en gebruiker beiden betalen. In de KRW staan internationale stroomgebieden centraal, waarbij alle wateren, inclusief grondwater worden bezien. Er is naast chemische waterkwaliteit een grote focus op ecologische waterkwaliteit. Na 2000 mag er geen achteruitgang van de chemische en ecologische toestand van het water zijn, vanaf 2015 moet de waterkwaliteit verbeteren (resultaatverplichting).

De KRW integreert een aantal Europese richtlijnen, die ook invloed hebben op de waterkwaliteit (zoals bv. de Nitraatrichtlijn, de Zwemwaterrichtlijn, de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Richtlijn Milieukwaliteitseisen Gevaarlijke Stoffen Oppervlaktewateren, en de Richtlijn Behandeling Stedelijk Afvalwater). Hierdoor zullen geleidelijk enkele van de oude richtlijnen vervallen.2

Waarom hebben we deze regelgeving?

Nederland streef naar chemisch schoon en ecologisch gezond water voor duurzaam gebruik. Water om in te zwemmen of om anders van te genieten, water als grondstof voor de bereiding van drinkwater, voor proceswater en voor landbouwkundig gebruik. Water waarin planten en dieren gezond kunnen leven of als gezond drinkwater voor mensen en dieren kan dienen. De vervuiling van water kan komen uit verschillende bronnen, zoals bv. landbouw, stedelijk afvalwater, buitenland. De gevolgen van vervuiling kunnen effect hebben voor de chemische waterkwaliteit, maar ook op de ecologische kwaliteit met negatieve gevolgen voor de biodiversiteit. De KRW stelt doelen op het gebied van zowel chemie als ecologie.

De KRW zorgt een integrale aanpak van alle bronnen van vervuiling in alle wateren met een centrale focus aan stroomgebieden. Op deze manier kan gebiedsgericht een aanpak geformuleerd worden.

Maatregelen die worden voorgeschreven

Stroomgebiedgebiedsbeheersplannen

De KRW gaat uit van een aanpak waarin alle wateren in internationale stroomgebieden centraal staan. Tot het internationale stroomgebied van een rivier behoort niet alleen het water van de rivier zelf, maar al het water in de betreffende regio, dus ook bijvoorbeeld vertakkingen, meertjes en grondwater. De Nederlandse wateren behoren tot de stroomgebieden van de Eems, Rijn, Maas en Schelde.

De KRW verplicht lidstaten dergelijke stroomgebiedsbeheersplannen op te stellen. Nederland heeft voor elk van deze stroomgebieden aparte beheersplannen opgesteld, met alle milieudoelstellingen voor het grond- en oppervlaktewater en de beschermde gebieden. Hierin staan ook de maatregelen om deze doelstellingen te bereiken, zoals verwijderen van waterbodems en hermeanderen van waterlopen, zuiveringsvermogen van rioolwaterzuiveringsinstallaties verbeteren en gebruik van bestrijdingsmiddelen verminderen. In 2009 zijn de eerste beheersplannen afgerond. Deze plannen worden elke zes jaar herzien. Het huidige programma loopt van 2022-2027.

 Lees meer...

Meetprogramma's

De KRW verplicht waterbeheerders metingen te verrichten en rapportages te maken voor oppervlaktewater, grondwater en beschermde gebieden. Aan de hand daarvan kunnen ze beslissen welke maatregelen ze moeten nemen. Waterbeheerders voeren momenteel een monitoringprogramma uit om een goed beeld te krijgen van de watertoestand in elk stroomgebieddistrict.

Resultaatgericht

De KRW is niet vrijblijvend maar het halen van de chemische en ecologische doelen vormt een verplichting waaraan economische sancties zijn verbonden. Voor het oppervlaktewater zijn op Europees niveau chemische normen opgesteld in de Richtlijn Prioritaire Stoffen. Voor stoffen waar geen EU–norm is vastgesteld, maar die Nederland wel wil normeren leidt het RIVM een norm af volgens de methode die in de EU gangbaar is. Dit gebeurt voornamelijk voor aanvullende stoffen die in Nederlandse wateren een (potentieel) risico vormen. Het oppervlaktewater in Nederland moet voldoen aan normen voor de 33 Europees vastgestelde prioritaire stoffen en de Nederlandse lijst met stofnormen. Worden deze normen gehaald, dan is sprake van een goede chemische toestand.

De KRW vraagt actieve deelname aan waterkwaliteitsbeheer en grensoverschrijdende samenwerking tussen landen en tussen alle betrokken partijen en belanghebbenden, inclusief maatschappelijke organisaties en lokale gemeenschappen. Daarnaast geeft de KRW Europese lidstaten de verplichting voor het voeren van een waterprijsbeleid. Waarbij zowel de vervuiler en de gebruiker van water betaalt. Tenslotte vraagt het in evenwicht houden van milieubelangen en de belangen van hen die afhankelijk zijn van het milieu4.

Wat is belangrijk voor mestverwaarding?

De KRW sluit voor vervuiling van nutriënten uit de landbouw grotendeels aan bij de Nitraatrichtlijn en stelt geen aanvullende wettelijk kader. Echter, verschillende agrarische activiteiten kennen andere mogelijkheden om emissies te beperken. Daarom is bij de aanpak van emissies vanuit de landbouw naar maatwerk op vrijwillige basis gezocht met het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer6. Het agrarisch bedrijfsleven werkt hierin samen met waterbeheerders. De ambitie is in 2013 geformuleerd:

  • in 2021 is 80% van de resterende waterkwaliteitsproblemen op een motiverende en stimulerende wijze opgelost en in 2027 100%;

  • in 2021 is de agrarische watervoorziening duurzaam door spaarzaam om te gaan met water op bedrijfsniveau, waterconservering op gebiedsniveau en een slimmere verdeling en buffering op rijksniveau;

  • door gebiedsprocessen, nieuwe ruimtelijke instrumenten en innovatieve technieken wordt het agrarisch productiepotentieel op regionaal niveau met 2% per jaar vergroot.

 Lees meer...

Kaderrichtlijn Water streeft naar het verminderen van puntlozingen van verontreinigde stoffen op het oppervlaktewater. Nederland eist daarom voor de verlening van omgevings- en watervergunningen aan een mestverwerkingsinstallatie, waar een lozing van effluent uit mest op het oppervlaktewater wordt aangevraagd, dat de mestverwerkingsinstallatie is uitgerust met de Best beschikbare techniek7.   

 Bronnen

1. Integrale wettekst van de Kaderrichtlijn Water: Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid: EUR-Lex - 32000L0060 - EN - EUR-Lex (europa.eu)

2. RIVM, 2023: Kaderrichtlijn Water (KRW) | RIVM

3. Unie van Waterschappen: Kaderrichtlijn Water (KRW) - Unie van Waterschappen

4. Bij12, 2023: Kaderrichtlijn Water - BIJ12

5. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat:

https://www.helpdeskwater.nl/onderwerpen/wetgeving-beleid/kaderrichtlijn-water/

 6. DAW, 2023: https://agrarischwaterbeheer.nl/

 7. NCM, 2023. BBT vastgesteld voor lozingen effluent (mestverwaarding.nl)

Bijlages

Filmpje Unie van Waterschappen over de Kaderrichtlijn Water:

https://www.youtube.com/watch?v=gQ5rYGkPgHc

Stroomgebiedsbeheersplannen Rijn, Maas, Schelde en Eems:

De projectgroep van Wikimest heeft dit artikel met zorg geschreven, maar kan nooit aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten of niet verwerkte wijzigingen in de toekomst. Kijk voor de exacte teksten naar de Integrale wettekst van de Kaderrichtlijn Water: Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen? Stuur dan een mail naar info@wikimest.nl

  • Geen labels