Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 6 Huidig »


Gewas: Ericaceae


Groep: gebreksziekten

Calluna vulgaris 'H.E. Beale', links controle, rechts ijzergebrekRhododendron met ijzergebrek
Rhododendron molle (Azalea mollis) (van links naar rechts) controle, kali- en ijzergebrekCalluna vulgaris 'Long White', links controle, rechts ijzergebrek


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Symptomen

Door ijzergebrek is de groei sterk geremd. Omdat Ericaceeën in het algemeen een lagere pH prefereren en deze gewassen soms ook op gronden met een hoge pH worden uitgeplant, wordt vaak ijzergebrek waargenomen De aantasting komt meestal in het laatste schot in de zomermaanden voor. Bij Rhododendron en Azalea worden eerst de toppen van de planten aangetast. Het zieke blad is kleiner dan het gezonde blad. Het bladmoes wordt eerst lichtgroen en vervolgens geel. De intensiteit van de geelverkleuring is mede een maat voor de aantasting. Bij deze ijzergebrekssymptomen blijven zowel de hoofdnerven als de kleinste zijnerfjes groen. In de zomer kan necrose (afsterven) van het gele blad ontstaan. Calluna en Erica groeien bij ijzergebrek eveneens zeer weinig. Het gewas is ijl in vergelijking met gezonde planten. Planten worden lichtgroen, dan geelgroen en vervolgens geel gekleurd. Ook de kleine zijscheutjes (groeipuntjes) zijn geelgroen tot geel gekleurd.

Bladanalyses

IJzergebrek uit zich grofweg bij een gehalte beneden 0,1 g per kg droge stof.

Voorkomen en genezen

IJzergebrekssymptomen aan de gewassen worden meestal aangetroffen op gronden, die kalkrijk zijn en een te hoge pH bezitten. Afhankelijk van het gewas en de grond zal boven een pH KC1 van 5,5 à 7,5 ijzergebrek aan het gewas ontstaan. Door kennis van de pH en de kalkrijkdom van de grond alsmede van de eisen van de gewassen, kan een verantwoorde gewassenkeuze worden gemaakt, waardoor zoveel mogelijk ijzergebrek wordt voorkomen. Bovendien is het belangrijk, dat de grond goed is ontwaterd. Op lichte slempgevoelige kleigronden hebben de planten eerder last van ijzergebrek. Wanneer de vochtvoorziening wordt verbeterd door bijvoorbeeld beregening, wordt de beschikbaarheid van ijzer voor het gewas beter.

Het effect van deze beregening is nog groter, wanneer veenprodukten (b.v. 2 à 5 m3 tuinturf per 100 m2) worden opgebracht en doorgemengd. Voor onder andere. Ericaceeën en coniferen is dit tevens positief voor de kluithoudendheid. Bij een hoge pH kunnen zuurreagerende meststoffen worden gebruikt.

Wanneer ijzergebrek wordt verwacht in de vollegrond dan kan voor het planten 5 à 10 g Fe EDDHA (Chel 138 Fe of Librel Fe 80) per m2 met zand worden gemengd, gestrooid en doorgewerkt. Wanneer ijzergebrek wordt waargenomen in het gewas, kan afhankelijk van de aantasting 5 à 10 g Fe EDDHA per m2 worden gegeven. Contact van de ijzermeststof met het gewas moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarom moet de meststof direct na de behandeling van het gewas worden afgespoeld en vervolgens in de grond worden geregend.

Aan de potgrond wordt door de fabrikant ongeveer 20 g Fe DTPA (Chel 330 Fe of Librel Fe DP) per m3 toegevoegd. In het algemeen is dit voor  boomkwekerijgewassen in pot voldoende. Wanneer een begin van ijzergebrek wordt waargenomen is het aan te bevelen om bij te mesten met 2 g Fe EDDHA (Chel 138 Fe of Librel Fe 80) per m2 potten of 20 à 25 g Fe EDDHA per m3 potgrond. Direct na de behandeling moet het gewas goed worden afgespoeld om bladverbranding te voorkomen.

  • Geen labels