Gewas: n.v.t.
Wetenschappelijke naam: Crocidura russula
Groep: Knaagdieren
De huisspitsmuis. Onmiskenbaar is de spitse snuit van deze insecteneter |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
De huisspitsmuis komt in heel Nederland voor. Buiten zijn ze vooral te vinden in ruig gedekte terreinen, kreupelhout, struiken, tuinen en bosranden. Ze nestelen in zlef gegraven holen tussen boomwortels, in muizenholen en zelfs in molsgangen. Soms trekken ze ook naar gebouwen, waar ze met lawaai en onaangename geur voor overlast zorgen.
Huisspitsmuizen eten insecten, slakken en spinnen. De uitwerpselen zijn hierdoor broos, makkelijk te verpulveren en bevatten vaak glimmende insectendelen en zandkorrels.
De huisspitsmuizen zijn geen knaagdieren, maar behoren tot de familie van de spitsmuizen. Ze hebben een draagtijd van 28-33 dagen en krijgen 2-10 jongen per worp. De zoogtijd is 3 weken en na 3 maanden zijn de huisspitsmuizen geslachtsrijp.
Als huisspitsmuizen binnen komen, zijn ze op dezelfde manier te bestrijden als huismuizen. Hierbij is preventie het belangrijkste aspect. Dit kan door bouwkundige maatregelen waardoor muizen niet binnen kunnen komen en door hygiënische maatregelen waardoor er voor de muizen geen voer te vinden is. Daarnaast kunnen muizen mechanisch (klemmen, vallen) en chemisch (giftig lokaas) worden bestreden. Chemische bestrijding mag alleen gedaan worden door mensen met een geldig Bewijs van bekwaamheid hiervoor.