Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 10 Huidig »

Gewas: Suikerbiet

Wetenschappelijke naam: Beet Necrotic Yellow Vein Virus (BNYVV)

Groep: Virussen

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Herkenning

Rhizomanie is te herkennen aan de volgende verschijnselen: bleek gele verkleuring van de bladeren, aanvankelijk pleksgewijs in het perceel maar soms bij een zware besmetting egaal over het hele perceel verdeeld.

De bladeren van aangetaste planten staan wat meer rechtop, 'stekend', zijn wat kleiner en hebben langere bladstelen. Het bladoppervlak is meer gekroesd. Aan de wortels is rhizomanie herkenbaar aan het bossige wortelstelsel, insnoering van de penwortel en bij doorsnijden wordt een bruine verkleuring van de vaatbundels zichtbaar. Een indicatie voor het voorkomen van rhizomanie is het teruglopen van het suikergehalte en slechtere winbaarheidscijfers o.a. door een hoger natriumgehalte.

Levenswijze

Rhizomanie is een virusziekte, waarvan drie types bekend zijn: A, B en P. Het A en B type komen in ons land voor. Zoals bij veel andere virusziektes is er een vector nodig om het virus in de plant te laten doordringen. Bij rhizomanie is dat een bodemschimmel, Polymyxa betae. Deze komt op alle gronden voor, dus bestrijden van de ziekte door het bestrijden van de vector is geen optie. De schimmel kan zich gemakkelijker uitbreiden onder vochtige omstandigheden, reden waarom rhizomanie meer op vochtige, dus zwaardere percelen en op percelen met een slechtere bodemstructuur voor komt. Alle bietensoorten en spinazie zijn waardplanten voor het virus. Ook hogere grondwaterstanden, beregenen en hoge bodemtemperaturen bevorderen de aantasting.

Maatregelen

Zowel het virus als de overbrengende schimmel kunnen lang in de grond aanwezig blijven. Het verruimen van de vruchtwisseling is dus voor de praktijk nauwelijks bruikbaar als wapen tegen rhizomanie.

Raskeuze:

Momenteel zijn alle rassen uit de rassenlijst rhizomanieresistent. 

Alle suikerbietenrassen, die in ons land op de rassenlijst, staan hebben een partiële resistentie tegen rhizomanie, die berust op een resistentie gen. In partieel resistente rassen mag een beperkt aantal 'blinkers' voorkomen, dat zijn bieten met geel verkleurd loof. Een groot aantal blinkers in een perceel kan wijzen op een virustype, dat de resistentie van een ras tegen het A-type virus heeft doorbroken. Sinds 2010 zijn er rassen beschikbaar, die ook resistent zijn tegen dit type virus. Een aantal rassen heeft naast een rhizomanieresistentie ook een resistentie tegen Cercospora,  Rhizoctonia of bietenmoeheid.

Meer informatie

  • Geen labels