Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 7 Huidig »

Gewas: Diverse gewassen: Krokus

Wetenschappelijke naam: Fusarium oxysporum

Groep: Schimmels

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Herkenning

Bij de oogst vallen ernstig zieke knollen op door de donkere kleur van de bruine vliezen (huiden). Er blijft vaak veel grond aan aangetaste knollen kleven doordat er veel schimmelweefsel op de buitenkant groeit.

Het knolweefsel wordt, vanuit de basis, zacht en enigszins geelbruin; bij minder zieke exemplaren is alleen de basis enigszins verkurkt.

Gedurende de bewaarperiode groeit de schimmel verder door de knol, soms alleen via de vaatbundels; zo ontstaan vanuit de knopen op de zijkant van de knol bruine vlekjes. Meestal breidt de aantasting zich echter gelijkmatig uit naar één zijde van de knol [foto 1]. Het aangetaste weefsel droogt snel uit en wordt ten slotte hard en is gewoonlijk bedekt met wit tot roze-achtig gekleurd schimmelpluis.

Aangetaste knollen zitten vaak los in de huid en het verkleurde weefsel is door de vliezen heen te zien. Meestal zijn ook Rhizoglyphus-mijten aanwezig, waardoor een zieke partij een typische geur verspreidt.

De meeste zieke knollen gaan tijdens de bewaring verloren (verstenen). De overige zieke knollen vormen geen of slechts zwakke spruiten en verrotten na het planten snel of brengen nog een zwakke plant voort, die spoedig afsterft.

Levenswijze

Deze Fusarium-schimmel tast ook gladiool, iris en freesia aan. Fusarium kan een aantal jaren in de grond in leven blijven zonder de aanwezigheid van waardplanten. Vanuit een zieke knol kunnen de gezonde omstanders worden aangetast. De sporen van deze schimmel kunnen tijdens de bewaarperiode verspreid worden, waardoor andere knollen of partijen besmet raken. De ziekte komt vooral in de zwaarst gegroeide knollen voor.

Maatregelen

  • Aangetaste knollen vóór het planten verwijderen. Let hierbij op knollen waarvan de ontwikkeling van de spruit achterblijft.

  • Indien mogelijk laat planten in verband met de bodemtemperatuur.

  • Plantgoed vlak voor het planten ontsmetten in een fungicide volgens geldende adviezen.

  • Niet te zwaar bemesten met stikstof.

  • Besmette partijen vroeg rooien en snel drogen.

  • Ruime vruchtwisseling toepassen, ook met iris, gladiool en andere Iridaceae.

Meer informatie

  • Geen labels