Lammeren besmetten zich al grazende met de larven van maagdarmwormen. Besmetting met larven van maagdarmwormen is nodig om weerstand op te kunnen bouwen. Te hoge opnames van larven van gevaarlijke soorten (9) verstoren de groei en kunnen vooral lammeren ziek maken. Koppelsgewijze groeidalingen van meer dan 50 gram groei per dag binnen 4 weken, slechte groeiers en afvallende lammeren duiden op ernstige besmettingen. In de regel geldt dat het behalen van het eindgewicht een maand langer duurt als een ernstige besmetting te lang onopgemerkt blijft en de lammeren een week te laat worden behandeld. Daarentegen geldt dat niet iedere groeiverstoring wordt veroorzaakt door een maagdarmworminfectie.
voor lammeren met weidegang:
Ontworm de lammeren uitsluitend als een ernstige maagdarmwormbesmetting blijkt uit mestonderzoek (6) Of de symptomen met zekerheid duiden op een gevaarlijke maagdarmwormziekte (9). Baseer ontwormen nooit alleen op diarree zonder een voorafgaande diagnose gebaseerd op mestonderzoek, symptomen en/of historie van nematodirose.
Ontworm zo min mogelijk (11) lammeren in het koppel voor een maximaal verdunningseffect van de wormpopulatie op uw bedrijf. Ontworm met een middel dat nog voldoende effectief is en waarvoor in uw houderij niet eerder resistentie is vastgesteld (10). Streef naar slechts 50% ontwormde lammeren in het koppel. Zorg dat in elk samenweidend koppel minimaal 5% niet ontwormde lammeren lopen. Ontworm als het koppel kleiner is dan 20 lammeren 1 lam een week na de andere. Vermijd onderdoseren (1). Ontworm de lammeren zoveel mogelijk gelijktijdig met het verweiden. Verweid het koppel na ontwormen zoveel mogelijk naar veilig land (2) en verweidt het daarna ook weer tijdig (3).
Kies voor de lammeren die u niet ontwormt:
gezonde lammeren met een royale conditie,
lammeren met een bovengemiddelde groei ten opzichte van de koppelgenoten
de oudste lammeren met een goede ontwikkeling
het beste lam in de worp
Kies voor de lammeren die u wel ontwormt:
zieke lammeren en lammeren met een rood EPG (interpretatie uitslag mestonderzoek)
Lammeren met een geel EPG en symptomen die duiden op ziekte
Lammeren met een beneden gemiddelde groei ten opzichte van koppelgenoten
De jongste lammeren in het koppel; bij een leeftijdsvariatie van de lammeren in het koppel van meer dan 2 weken is het verstandig om alles wat 2 weken jonger is als de oudsten te ontwormen vanwege hun achterstand in weerstandsontwikkeling en de besmettingsdruk vanuit de oudsten.
Lichtste lam in de worp
Noteer per afzonderlijk weidend koppel lammeren de datum van de behandeling, het gebruikte middel en de dosering. Raadpleeg de WormenWijzer bij elke verweiding en elke 4 weken na het behandelen opnieuw voor een advies op maat. Onder bepaalde omstandigheden kan vanaf half juni en elke 4 weken na behandeling de wormlast weer een gevaar vormen voor de lammeren.
Vanwege resistentieontwikkeling is het verstandig om altijd 7 tot 14 dagen na behandeling de werkzaamheid van het middel te controleren met mestonderzoek (6) . Doe dit zeker als u twijfelt u aan de effectiviteit van de laatste ontwormbehandeling in dit koppel.
voor lammeren die op stal zijn gehouden vanaf geboorte:
Het ontwormen van deze lammeren is zinloos. Op stal kunnen de lammeren geen maagdarmwormbesmetting van betekenis oplopen omdat wormen, op de niet schadelijke wormsoort Strongyloides papillosus na. Wel kunnen de lammeren andere stalinfecties of parasitaire aandoeningen oplopen die diarree kunnen veroorzaken. De bekendste zijn E. coli-infecties, coccidiose en cryptosporidose. Voor lammeren die geen weidegang hebben gehad, dragen wormmiddelen niet bij aan de genezing of preventie van coccidiose.
Raadpleeg de WormenWijzer 4 weken na inscharen opnieuw voor een advies op maat als u dit koppel nog gaat weiden. Onder bepaalde omstandigheden kan na 4 weken weidegang de wormlast een gevaar voor de lammeren vormen.