Welke technieken
De graanteelt kan onderverdeeld worden in wintergranen en zomergranen. Wintergranen kunnen zoals gerst en rogge kunnen het best voor het eind van het groeiseizoen ingezaaid worden, zodat de eerste onkruidbewerkingen in de herfst uitgevoerd kunnen worden. Deze granen moeten echter niet te vroeg gezaaid worden vanwege de grotere onkruidontwikkeling in de zomer.
Net als bij zomergranen kan het onkruid met de eg, vingerwieder, torsiewieder, aanaarder bestreden worden. Het gebruik van deze landbouwmachines is helaas niet altijd mogelijk in de winter vanwege extreme weersomstandigheden en/of de slechte berijdbaarheid van de percelen. Als het te nat is om bijvoorbeeld een neteg te gebruiken kan deze vervangen worden door een roterende schoffel (rotary hoe). Deze roterende schoffel kan bij nattere omstandigheden ingezet worden, en zorgt voor een poreuze bodem waardoor het water sneller wegloopt.
Zomergranen kunnen in tegenstelling tot wintergranen het best zo vroeg mogelijk worden gezaaid. Op deze manier krijgen de granen een voorsprong in groei op het later ontwikkelende onkruid. Al vanaf februari kunnen de eerste zomergranen gezaaid worden en kunnen de eerste grondbewerkingen uitgevoerd worden. Voor eggen is het wel belangrijk dat de grond eerst droog en vorstvrij is. De eg zorgt ervoor dat de harde bovenlaag van de grond losgewoeld wordt. Hierdoor warmt de grond sneller op en zullen de graankorrels sneller ontkiemen.
Wanneer
Welke instellingen