Gewas: Diverse gewassen, snijbloemen (chrysant), groenten (aubergine, tomaat, komkommer)
Wetenschappelijke naam: Pythium spp
Groep: Waterschimmels (Oömyceten)
Chrysant uit een proef met wortelberegening met wortels die in verschillende mate door Pythium zijn aangetast | Detail aantasting |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
De fijne wortels van aangetaste planten verslijmen en er treedt een natrot op. De schors laat los van de centrale cilinder waardoor deze gemakkelijk kan worden afgestroopt.
Bij verdergaande aantasting rot het gehele wortelstelsel en kan een rotte plek aan de stengelvoet ontstaan. De plant blijft achter in groei, verwelkt.
Gewassen kunnen door verschillende Pythium-soorten worden aangetast. Deze Pythium-soorten verschillen onderling onder andere in morfologie, pathogeniteit en epidemiologie, zoals in optimale temperatuur voor groei en aantasting. Pythium ultimum bijvoorbeeld is een veelvoorkomende soort met een optimale groeitemperatuur van ongeveer 20° C. Deze soort tast vooral kiemplanten aan en planten die te koud worden geteeld of te koud water krijgen.
Pythium soorten kunnen zwemmende sporen (zoösporen), rustsporen (oösporen) en schimmeldraden produceren waarmee ze de wortels van planten aantasten. Jonge, zwakke, verwonde of afstervende wortels worden het gemakkelijkst aangetast. De schimmel groeit in de wortel verder. Op en in de aangetaste wortels worden nieuwe zoösporangiën gevormd. In de aangetaste wortels en stengelvoet worden dikwandige rustsporen (oösporen) gevormd. Hiermee kan de schimmel moeilijke omstandigheden overbruggen, ook zonder waardplant. De rustspore kiemt als er een levende wortel in de buurt komt. De rustsporen kunnen ook een sporangium maken waaruit zwemmende sporen ( zoösporen) voortkomen die vervolgens door het water naar de wortels zwemmen en deze infecteren. Verspreiding van de schimmel door het teelsysteem en grond vindt dus plaats d.m.v. zoösporen, zoösporangiën en oösporen.
Bij teelten in grond waar aantasting wordt verwacht kan voor het planten een grondbehandeling worden toegepast met chemische gewasbeschermingsmiddelen. Start met een schoon of ontsmet teeltsubstraat en uitgangsmateriaal. Bij telen op een kunstmatig teeltsubstraat het systeem voor de start van de teelt ontsmetten met hiervoor toegelaten ontsmettingsmiddelen.
Het gewas kan na uitplanten in niet ontsmette grond worden aangetast door Pythium. De kans op Pythium-aantasting kan worden verminderd door de planten na uitplanten matig water te geven.
Bij aantasting in de teeltfase kan de schimmel worden bestreden met chemische gewasbeschermingsmiddelen. De kans op Pythium aantasting tijdens de teelt is het grootst na een periode van extreem donker of heet weer en bij extreme schommelingen in temperatuur of vochtgehalte in het teeltsubstraat. Vermijd daarom zulke extreme teeltomstandigheden in het wortelmilieu.
Voor informatie over chemische gewasbeschermingsmiddelen kunnen de gewasbeschermingskennisbank en de bestrijdingsmiddelendatabank van het CTB worden geraadpleegd.