Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 2 Volgende »

Gewas: Nerine

Wetenschappelijke naam: Fusarium sacchari var. elongatum

Groep: Schimmels

Fusarium in Nerine: bolrokken rotten droogbruin weg vanuit de wortelkrans

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

 

Herkenning
 De bladeren vergelen vanuit de bladpunten en sterven vervolgens af, de buitenste bladeren het eerst. Bij doorsnijden van de bol worden bruine plekken met vrij droog rottend weefsel zichtbaar.Op het dode bladweefsel ontstaan vaak zwarte vlekjes door de groei van secundaire schimmels. Na uitgraven van de plant blijkt dat de bol slecht beworteld is. Bij een lichte aantasting zijn uitwendig dikwijls geen andere ziekteverschijnselen te zien, omdat deze door de vliezige huiden worden bedekt. Bij doorsnijden van de bol worden bruine plekken met vrij droog rottend weefsel zichtbaar. De aantasting begint aan de bolbasis bij de wortelkrans en zet zich van daaruit in de rokken voort, aan één zijde vaak sneller dan aan de andere. In ernstige gevallen wordt de bol zacht. De aantasting kan ook beperkt blijven tot vethuidigheid, donkerbruine tot bijna zwarte plekken op de buitenzijde van de bol. Dit treedt met name op bij een vochtige bewaring. Licht aangetaste bollen vertonen vaak opvallend grote kurkbodems met weinig tot geen vlezige wortels. 
Levenswijze

De schimmel gaat voornamelijk met plantmateriaal over maar hij kan ook in de grond overblijven en wordt in de schuur gemakkelijk door sporen verspreid. Bolrot komt in verscheidene nerine-soorten voor, vooral bij teelt in de kas. De schimmel is vooral actief bij hoge kastemperatuur en vochtige omstandigheden.

Maatregelen
  • in de kas de grond stomen;
  • partijen goed uitzoeken en vóór het planten ontsmetten volgens geldende adviezen;
  • grond goed ontwateren;
  • zieke planten vroegtijdig verwijderen;
  • in de buitenteelt ruime vruchtwisseling toepassen (1 op 6);
  • de bollen na het rooien goed en snel drogen en koel bewaren;
  • niet telen bij een te hoge temperatuur.
  • Geen labels