Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 8 Volgende »

Gewas: Aardappel

Wetenschappelijke naam: Potato virus Y (PVY)

Groep: Virussen

 
 
secundaire aantastingsecundaire aantasting


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Y-virus is ook bekend als bont, oogziekte, stippelstreep, krinkel. Zoals de naamgeving al doet vermoeden kunnen de verschijnselen van Y virus divers zijn. Elk ras en elke virusstam geven weer andere verschijnselen.

Dat beeld kan weer vertroebeld worden, doordat planten soms gelijktijdig door verschillende virussen worden aangetast. We spreken dan van complex ziek.

Afhankelijk van de stam en de gevoeligheid van het ras kunnen de opbrengstverliezen bij een secundaire aantasting tot 70 % bedragen

Primair ziek ( in het veld besmet geraakt)

Y-n: Necrotische en chlorotische vlekken van topbladeren (= afsterving en bleek verkleuring)

Y-o: Verdorren bovenste bladeren aan stengel

Y-c: Necrotische kringen en vlekjes op de blaadjes, streepjes langs bladnerven

Secundair ziek (gegroeid uit besmet pootgoed)

Y-n: Licht groen gevlektheid tussen nerven van alle bladeren

Y-o: "palmpjes", onderste bladeren vallen van stengel, necrose (= afsterving bladdelen of bladeren)

Y-c: Necrose en afsterving van de plant, necrotische vlekjes en stipjes op het blad.

Een pootgoedteler hoeft niet te zien om welke stam of welk type virus het gaat. Hij moet wel in staat zijn bij selectie afwijkende planten te herkennen. Een groot deel van de aardappelen, die in ons land geteeld worden zijn min of meer resistent tegen Y virus.

Levenswijze

Y virus is een niet of non persistent virus, dat door verschillende bladluizen overgebracht kan worden van zieke naar gezonde planten. De eerste besmetting in het groeiseizoen is afkomstig van besmette poters of van opslagplanten van bijvoorbeeld consumptie en zetmeelaardappelen. In de tabel staan de eigenschappen voor persistent en niet persistent virus weergegeven. 

Persistent virus zoals bladrol
  • Opname uit bladcellen
  • Latente periode: Enkele uren tot dagen
  • Virusvermeerdering in de luis
  • Besmetting luis: zeer lang
  • Minerale olie heeft geen invloed
Niet persistent virus zoals Y-virus
  • opname: uit zeefvaten
  • latente periode Kort
  • Geen virusvermeerdering in luis
  • Besmetting luis: kort
  • Minerale olie vermindert besmetting aanzienlijk

Aangezien bladluisbestrijding de bladluisdruk laag houdt en daardoor de infectiekans vermindert, werkt het tegen Y virus niet afdoende. Een binnen vliegende, besmette luis kan het niet persistente virus al overgedragen hebben voordat ze in een gespoten gewas sterft.

Maatregelen

Virusziektes op zich zijn niet te bestrijden. Een pootgoedteler kan wel aandacht besteden aan bedrijfshygiëne en aan de bestrijding van de vector: in dit geval de groene perzikluis die het virus overdraagt.

Rassenkeuze:
  • er zit verschil in gevoeligheid tussen verschillende rassen. Een pootgoedteler kan dus kiezen voor minder gevoelige rassen.
Bedrijfshygiëne:
  • selecteren in pootgoed, wegnemen van besmette planten
  • bestrijden van aardappelopslag in andere gewassen
  • afvoeren van uitgeselecteerde planten in luisvrije zakken
  • selecteren in bladluisvrije gewassen, besmette bladluizen kunnen zich tijdens lopen in het gewas van planten laten vallen en later nog gezonde planten weer besmetten
  • gewas doodspuiten of loof doden voordat bladluisvluchten beginnen
Chemisch:

Bij de teelt van rassen met een resistentiecijfer lager dan 6.5 wordt een bespuiting met minerale olie geadviseerd (volgens geldende regelgeving).

Waarschuwingsystemen:

De site van de NAK geeft tijdens het groeiseizoen informatie over de actuele ontwikkeling van de bladluis populatie en bladluisvluchten. Meer informatie over bladluisvluchten is te vinden op pagina 549 van Teletekst.



  • Geen labels