Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 3 Volgende »

Gewas: Ui, prei

Wetenschappelijke naam: Acrolepiopsis assectella

Groep: Insecten

 
 
Aantasting prei Aantasting door preimot
 
 
Volwassen preimot          

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Dit nachtvlindertje komt vooral voor in de gebieden waar veel prei wordt geteeld. Overdag houden de preimotjes zich schuil en kan men ze in het preiveld, zittend tegen de onderzijde van het blad, dicht bij de grond aantreffen.

De preimot is een klein nachtvlindertje van ongeveer 17 mm lang en is vooral 's nachts actief. Een volwassen preimot heeft een vleugelwijdte van ongeveer 8 mm. De voorvleugels zijn donker gekleurd (grijs tot zwart) en typerend is de driehoekige witte vlek op de voorvleugels als deze in rusttoestand zijn.

De rupsen zijn tot 1 cm lang en geelwit van kleur. De pop is bruinwit en is omringd door een witte, netachtige cocon. In Nederland zijn er meestal drie generaties, soms zelfs vier. De rupsjes van de eerste generatie worden ongeveer van eind mei tot in de eerste helft van juli in het veld aangetroffen. Hiervan zijn er meestal te weinig om belangrijke schade aan te richten. De rupsjes van de tweede generatie, die ongeveer van de tweede helft van juli tot eind september voorkomen, zijn wel schadelijk voor het preigewas. De schade begint ongeveer eind juli, maar toont zich pas in september in haar volle omvang. Percelen kunnen dan wel voor 90% zijn aangetast.

Levenswijze

Er zijn in Nederland drie vluchten. De eerste begint in de tweede helft van april en duurt ongeveer tot begin juni. De tweede begint ongeveer half juni en eindigt midden of eind augustus. De derde vlucht verschijnt ongeveer begin september. De motjes hiervan leggen als regel geen eieren, maar gaan merendeels in overwintering. De soort overwintert als pop of als volwassen dier.

In de midden- en nazomer wordt de belangrijkste schade in prei toegebracht. De preimot lost hiermee als het ware de uienvlieg af, die hoofdzakelijk in de lente en voorzomer schade in prei veroorzaakt.

De eitjes van de preimot zijn 0,5 mm lang, ovaal van vorm en vuilwit van kleur. De zijde waarmee het ei aan het blad is vastgekleefd, is afgeplat. Zij bevinden zich verspreid op het preiblad, zowel op de boven- als onderzijde. De duur van het eistadium kan variëren van 4 tot 16 dagen en bedraagt gemiddeld 8 dagen.

Uit de eitjes komen 1 mm lange, geelachtig-witte rupsen, die mineren in het blad, zich naar het hart van de plant boren en gangen graven in de schacht. Bij nat weer treedt rotting op. De eerste aantasting vindt meestal in de randrijen plaats.

Maatregelen

Door middel van feromoonvallen kan de preimot gesignaleerd worden. Ter bestrijding moet zodra venstervraat in het hart van de plant wordt waargenomen, gespoten worden.

Bestrijdingsmogelijkheden:
  • Insectengaas kan helpen, vooral bij jonge preiplanten. Grotere preiplanten kunnen de schade beter weerstaan. 
  • Zodra de eerste schade te zien is, kunnen de bladtoppen worden afgesneden en vernietigd. Hierop zitten de meeste rupsjes.
  • Bespuiten met middelen op basis van Bacillus thuringiensis.

 

 

  • Geen labels