Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 6 Volgende »

Gewas: Peer, Jeneverbes, Kwee, Meidoorn

Wetenschappelijke naam: Gymnosporangium sabinae

Groep: Schimmels

 


Symptomen op peer        Aantasting op peer


 Oranje rode vlekken aan de bovenkant en oranje uitstulpingen aan de onderkant van het blad zijn de symptomen van perenroest        



Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Roest op peer is een schimmelziekte met een opmerkelijke levenscyclus. De schimmel verblijft maar een deel van die cyclus op peer, alleen tijdens de bladfase. De rest van het jaar verblijft de schimmel op jeneverbes (Juniperus spp.).

Op peer zorgt hij voor opvallend gele vlekken op de bovenkant van de bladeren. Later verkleuren die vlekken meer oranjerood en kunnen ze tot 1 cm groot worden. Aan de onderkant van de bladeren vormen zich in de zomer langgerekte oranje uitstulpingen. Ook de vruchtstelen kunnen dit laten zien. Bij ernstige aantasting op de vruchten mummificeren deze. Bij zware aantasting veroorzaakt de ziekte een teruggang in de fotosynthese. De bladstand en de vruchtkwaliteit zullen daardoor negatief beïnvloed worden. Bij lichte aantasting zal bestrijding niet nodig zijn. In Nederland komt de ziekte de laatste jaren weer vaker voor en vreemd genoeg ook op percelen waar geen jeneverbesstruiken in de omgeving staan. Op jenverbes ontstaan uitstulpingen op de takken. Aangetaste takken op jeneverbes sterven af. De struik verzwakt op den duur.

Levenswijze

De levenswijze van perenroest is ingewikkeld omdat de schimmel verschillende soorten sporen op verschillende waardplanten vormt. In de winter overleeft de schimmel op jeneverbesstruiken (Juniperus spp.). Hij kan het hele seizoen daarop aanwezig blijven.

In het voorjaar waaien zogenaamde teleutosporen van jeneverbes over op onder andere peer. Onder vochtige omstandigheden kiemen die en vormen de zogenaamde sporidiën (sporen). Deze kiemen op hun beurt ook weer en dringen het perenblad binnen. Daardoor ontstaan de gele vlekken.

G. clavariiforme kan ook vlekken geven op Kwee en op meidoorn. Op de bovenkant van de vlekken vormt de schimmel in kleine, donkergekleurde bolletjes (pycnidiën) de pycnidiosporen en aan de onderkant van het blad de aecidiosporen. Deze laatste infecteren jeneverbes en veroorzaken verdikkingen in de takken, waarin de schimmel jarenlang kan blijven leven. In het najaar ontstaan vergroeiingen in de bast die in het voorjaar openbreken, waaruit de teleutosporen zich weer verspreiden naar peer.

Maatregelen

Bij het ontbreken van jeneverbesstruiken in de omgeving van perenboomgaarden zal de ziekte zich niet gemakkelijk manifesteren. Het is dus noodzakelijk om zo min mogelijk jeneverbesstruiken rondom de boomgaard te hebben en zieke struiken in een straal van 500 meter rondom de boomgaard te verwijderen.

Bij aantasting in jeneverbes kan het helpen aangetaste takken te verwijderen.

Eventueel kan na de bloei een bespuiting uitgevoerd worden volgens geldende regelgeving.








  • Geen labels