Gewas: Chamaecyparis, Juniperus, Picea
Wetenschappelijke naam: Oligonychus unuguis
Groep: Mijten
sparrenspintmijt op Picea-naald | Bruinverkleuring van naalden door sparrenspintmijt in Picea glauca 'Conica' |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
De spintmijt is gespecialiseerd in conifeerachtigen. De diertjes lopen meestal vrij nerveus over de naalden heen en weer.
Sparrenspintmijt (Oligonychus ununguis) is een vrij kleine echte spintmijt (0,2 - 0,3 mm lang), meestal met een zwart lichaam en bleekgele pootjes en opvallende, rode oogjes. Meestal produceren deze spintmijten wat spinsel, waarin zandkorreltjes gemakkelijk blijven kleven en waardoor de aanwezigheid van de mijten snel wordt verraden.
Picea glauca 'Conica' is erg gevoelig voor sparrenspintmijt. Meestal begint de aantasting onderaan en gaat langzaam naar boven. Vaak is de aantasting aan de noordzijde te zien; blijkbaar hebben de spintmijten voorkeur voor droge en warme plaatsen, maar vermijden ze rechtstreekse zonnestraling.
De vrouwtjes leggen de wintereitjes af in het najaar op jonge scheuten. De soort overwintert als ei aan de basis van schubben of naalden. Vanaf half april - begin mei komen de eieren uit. In enkele weken wordt de levenscyclus van nymf tot adult doorlopen. Per jaar zijn 4 tot 5 generaties. In het najaar gaan de bevruchte vrouwtjes wintereitjes afzetten en sterven alle beweeglijke stadia af.
- Minder vatbare (resistente) soorten of rassen gebruiken
- Zorgen voor goede groeiomstandigheden
- Krachtig spuiten met koud water
- Onderzoek naar bestrijding met roofmijten heeft nog geen praktijktoepassing opgeleverd.