Het is de vraag hoe je er voor zorgt dat een veerkrachtig bedrijf je ook concurrentievoordeel oplevert.
Sinds het begin van dit millennium is het idee van concurrentievermogen ingewikkelder geworden door de invloed van verschillende benaderingen en vakgebieden. (Pardo Rozo et al., 2022).
Chandler (1962) benaderde het effectieve beheer van een groeiend bedrijf als een enkel economisch probleem.
In 1965 bestudeerde Ansoff een benadering van bedrijfsbeleid voor groei en uitbreiding.
Later, in de jaren negentig, beschreef Krugman (1994) concurrentievermogen als een gevaarlijke obsessie.
Porter (2011a) schreef in 1998 over het bereiken en behouden van uitstekende prestaties door concurrentievoordeel. Zijn werk heeft ons begrip van hoe welvaart wordt gecreëerd én behouden in de moderne wereldeconomie ingrijpend veranderd. In het huidige, snel veranderende VUCA (onvoorspelbaar, onzeker, complex, veranderlijk) bedrijfslandschap worden organisaties gedwongen hun traditionele focus op winstmaximalisatie te herzien en een breder begrip van waardecreatie te omarmen (Porter, 2011b).
Definitie van concurrentievoordeel
Tegenwoordig wordt concurrentievoordeel omschreven als "het vermogen om te innoveren, zich aan te passen en effectief te reageren op een veranderende zakelijke omgeving, met als doel een duurzaam en dynamisch voordeel te behouden ten opzichte van concurrenten" (Farida, 2022). Deze definitie overlapt met het concept van veerkracht, waarbij het unieke aspect ligt in het streven naar een blijvend en dynamisch voordeel. Dit roept de vraag op of het gaat om een organisatie die economisch beter presteert dan haar concurrenten, óf om het creëren van een waarvan de organisatie deel uitmaakt en dat gezamenlijke doelen bereikt zonder negatieve impact op het milieu.
Transformatie naar Meervoudige Waardecreatie
De verschuiving van alleen winst maken naar het creëren van de balans tussen economische, ecologische en maatschappelijke effecten komt door een aantal belangrijke factoren. Mensen verwachten steeds meer van bedrijven, zoals verantwoordelijkheid nemen voor het milieu en eerlijk zakendoen. Belanghebbenden vinden bedrijven aantrekkelijker als ze laten zien dat ze maatschappelijk verantwoord bezig zijn (Eccles, 2014). Daarnaast dwingen regels bedrijven om duurzaamheid en risicomanagement onderdeel te maken van hun plannen (OECD, 2022). Dit laat zien dat zowel belanghebbenden als wetgevers invloed hebben op hoe bedrijven zich kunnen onderscheiden van de concurrentie.
De vier sferen van concurrentievoordeel
Ramirez en De Aguas (2017) beschrijven vier niveaus, 'sferen', van concurrentievoordeel: micro-, meso-, macro- en meta-economische niveau. Het micro-economische niveau is binnen een bedrijf zelf, waarbij zaken als goed management, strategieën en innovatie zorgen voor een voorsprong. Het meso-economische niveau gaat over hoe goed de omgeving werkt, zoals de infrastructuur, wetgeving en specifieke maatregelen voor technologie en innovatie (Sarmiento-Reyes en Delgado-Fernández, 2020). Op macro-economisch niveau gaat het om zaken als belasting-, handel- en het geldbeleid, die bedrijven helpen sterker te worden. Het meta-economische niveau is het hoogste niveau van economische processen en kijkt naar hoe landen zichzelf op strategisch niveau organiseren om op de lange termijn concurrerend en economisch sterk te blijven in een wereld die steeds meer met elkaar verbonden is.(Gutiérrez-Rodríguez en Almanza-Junco, 2016).
Voordelen van meervoudige waardecreatie
De verschuiving van winstgedreven naar meervoudige waardecreatie kan bedrijven een blijvend voordeel opleveren (Srivastava et al., 2013). Bedrijven die sociale en milieukwesties serieus nemen, bouwen een sterke merkreputatie op. Door ethisch te handelen, duurzaam te werken en actief betrokken te zijn bij de gemeenschap, krijgen ze meer vertrouwen en loyaliteit van klanten, wat hun merk sterker maakt. Dit positieve imago geeft hen een voorsprong op de concurrentie (McKinsey & Company, 2015).
Onderdelen van concurrentievoordeel
Stakeholdergerichte benadering: Om succesvol over te stappen van alleen winst maken naar meervoudige waardecreatie, moeten organisaties zich richten op een paar belangrijke factoren die tegenwoordig bepalend zijn voor concurrentievoordeel. Stakeholdergerichte aanpak: Bedrijven moeten goed kijken naar de behoeften en verwachtingen van hun verschillende belanghebbenden, zoals werknemers, klanten, gemeenschappen en het milieu (Taghian, 2015). Door te luisteren en in te spelen op wat zij belangrijk vinden, kunnen bedrijven zorgen voor meer tevreden klanten, loyaliteit en een betere reputatie.
Aantrekken en behouden van werknemers: Werknemers worden steeds meer aangetrokken tot bedrijven die passen bij hun persoonlijke waarden en waar ze het gevoel hebben dat hun werk echt bijdraagt aan iets zinvols (Paarlberg & Lavigna, 2010). Door een werkomgeving te bieden die persoonlijke groei, positieve maatschappelijke effecten en milieubewustzijn stimuleert, kunnen bedrijven talent aantrekken en de betrokkenheid en productiviteit van hun medewerkers verhogen.
Agile (wendbaar) leiderschap: Akkaya en Sever (2022) zeggen dat in een veranderende omgeving flexibele leiders nodig zijn die de sterke punten van hun werknemers en belanghebbenden benutten. Organisaties met zulke wendbare leiders passen zich beter en sneller aan veranderingen aan. Wendbare leiders moeten vooruit kunnen denken, proactief handelen, iedereen betrekken en snel beslissingen durven nemen (Snippe & Kara, 2023).
Toegang tot kapitaal door innovaties: Om over te stappen naar een duurzamere economie moeten investeringen passen bij de hoofdactiviteiten van het bedrijf, snel terugverdiend worden en door het bedrijf zelf uitgevoerd kunnen worden. Hoewel de investeringen vaak niet direct aan deze eisen voldoen, kunnen ze toch economisch zinvol zijn als vijf extra factoren worden meegewogen: maatschappelijke voordelen, efficiëntie door samenwerking, minder netwerkonzekerheden, snelle financiële reacties en de persoonlijke contacten van de ondernemer (van der Hoeven & Bossert, 2020).
Industriespecifieke Elementen: In de landbouw zijn er volgens García-García et al. (2015) enkele belangrijke concurrentiefactoren, zoals productiviteit en prestaties, innovatie (zoals opleidingsniveau en technologieoverdracht), en sociale factoren (zoals woonomstandigheden, politiek, inkomen en de invloed van seizoensgebonden productie).
Om een voorsprong op de concurrentie te krijgen en toch de focus op ESG te houden, is het belangrijk om duurzaamheid in de kern van het bedrijf te verwerken. ESG-doelen (zoals vastgelegd in ESRS) en waarden moeten in alle aspecten verweven worden: in de bedrijfscultuur, producten en diensten. Zo wordt blijvend succes bereikt en ook een positief effect op de samenleving en het milieu.