2. Technieken voor de productie van hernieuwbare brandstoffen
Er zijn verschillende manieren waarop brandstoffen kunnen worden geproduceerd, afhankelijk van het type grondstof en de gewenste brandstof. Zo kan er gebruik worden gemaakt van biologische, chemische en fysische processen.
Een aantal voorbeelden zijn:
Ethanolfermentatie om suikers uit gewassen te fermenteren met gist om ethanol te produceren.
Lignocellulose ethanol: De niet-eetbare delen van planten zoals hout, stro en gras worden voorbehandeld en afgebroken tot eenvoudige suikers, die vervolgens worden gefermenteerd tot ethanol.
Anaerobe vergisting: Organisch afval wordt afgebroken door anaerobe bacteriën om biogas (hoofdzakelijk methaan en kooldioxide) te produceren. Dit biogas kan worden gebruikt voor warmte, elektriciteit of als transportbrandstof na opwerking tot aardgaskwaliteit.
Afval-naar-energie: Afval kan worden verbrand of omgezet in biogas door vergisting of vergassing. Dit proces vermindert afvalvolumes en produceert tegelijkertijd energie.
Thermochemische conversie: Processen zoals pyrolyse (verwarming zonder zuurstof), vergassing (verwarming met beperkte zuurstof) en hydrothermal liquefaction (hoge temperatuur en druk) worden gebruikt om biomassa om te zetten in vloeibare en gasvormige brandstoffen.
Algenkweek: Algen kunnen worden gekweekt in fotobioreactoren of open vijvers. Ze zetten zonlicht en kooldioxide om in biomassa, die vervolgens kan worden omgezet in biobrandstoffen zoals biodiesel, bio-ethanol of biobutanol.
In dit deel vind je meer informatie over drie van deze technieken, namelijk:
Geavanceerde vloeibare brandstoffen (milieuvriendelijker dan conventionele biobrandstoffen)
Daarnaast vind je in dit deel ook de uitleg rondom de logistiek van biobrandstoffen, omdat de productie en logistiek samen de uiteindelijke prijs en kansen op duurzame opschaling bepalen.