3.2 Bacterie
Inleiding
Bacterieziekten in aardappelen zijn latent aanwezig in het pootgoed. Tijdens het groeiseizoen zijn de omstandigheden voor bacteriegroei optimaal. Dan komen de symptomen vaak in de plant naar voren. Naast twee sporadisch voorkomende quarantaine-bacterieziekten, komen in de aardappelteelt de stengelnatrotbacterie en zwartbenigheidsbacterie voor. De bestrijding van de bacteriën is gericht op de beheersing ervan. Je kunt de bacteriën beheersen door hygiëne en teeltmaatregelen en door veldkeuring en nacontrole door de NAK.
Video: Bacterie en virus: bacterie
Vragen
1.a Wat is een bacterie?
1.b Wat is de Erwinia-bacterie?
1.c Welke soorten bacteriën geven problemen in de pootgoedteelt?
2.a Wat zijn quarantaineziekten?
2.b Waarom is hiervoor een hygiëneprotocol geschreven?
3. Bacterie komt in latente vorm voor bij aardappelen. Wat betekent dit?
4.a Omschrijf de uiterlijke kenmerken van zwartbenigheid in de plant.
4.b Omschrijf de uiterlijke kenmerken van zwartbenigheid in de knol.
5.a Omschrijf de uiterlijke kenmerken van stengelnatrot in de plant.
5.b Omschrijf de uiterlijke kenmerken van stengelnatrot in de knol.
6.a Wat is het gevolg van de veldkeuring als 1 op de 10.000 planten een bacterieziekte vertoont?
6.b Als de besmette plant is verwijderd, is dan ook de bacterieziekte weg?
7.a Hoe vindt de besmetting plaats?
7.b Wat kun je tegen bacteriebesmetting doen als deze aanwezig is?
8. Welke teeltmaatregelen kun je nemen of moet je juist nalaten om besmetting te voorkomen?