3.1 Virus
Inleiding
De NAK controleert de pootaardappelen tijdens het groeiseizoen een aantal keren op virusziekten. Daarnaast toetst de NAK de nieuwe knollen ook nog in de nacontrole op virussen. Virussen worden met name overgebracht door luizen. Het is dus van belang om de luisdruk goed in de gaten te houden.
Video: Bacterie en virus: virus
Vragen
1. Op welke manieren kan het aardappelvirus zich verspreiden (noem vier manieren)?
2.a Wanneer is een aardappelras vatbaar?
2.b Wanneer is een aardappelras gevoelig?
2.c Welk van de vier genoemde aardappelrassen heeft jouw voorkeur wat betreft vatbaarheid en gevoeligheid voor virussen?
A. een vatbaar en gevoelig aardappelras;
B. een vatbaar, maar ongevoelig aardappelras;
C. een weinig vatbaar, maar gevoelig aardappelras;
D. een weinig vatbaar en ongevoelig aardappelras.
3. Wat houdt de veldkeuring van pootaardappelen in de praktijk in?
4.a Wat is een primair zieke plant?
4.b Wat is een secundair zieke plant?
5. Wat is het verschil tussen een persistent en een non-persistent virus?
6. Op welke manieren houdt de NAK de luisdruk zo goed mogelijk in de gaten?