Genomic
Kennis van DNA-patronen kan op 2 manieren bijdragen aan het inschatten van genetische aanleg voor bepaalde eigenschappen. De eerste manier is dat we eerst een centrale database opbouwen en die gebruiken om de fokwaarde op basis van het DNA-patroon opbouwen. Deze manier is uitgelegd onder genoom-fokwaarde.
De tweede manier is via de bepaling van verwantschap op basis van overlap in DNA-patronen. Deze manier is nauwkeuriger dan op basis van afstamming. Zo kan het zijn dat de ene volle broer meer verwant is met de selectiekandidaat dan de ander, en dat zijn prestatie dan ook zwaarder inweegt dan de ander. Dit is uitgelegd in de clips van genoomverwantschap.
Genoomfokwaarde
Eerst wordt uitgelegd wat de verbetering in fokwaarde zou zijn als we wisten wat het effect van stukken DNA op een bepaalde eigenschap zou zijn.
In een vervolgclip wordt getoond hoe we de effecten van stukken DNA op een bepaalde eigenschap kunnen schatten. En vervolgens hoe we daarmee fokwaarden kunnen berekenen.
Dit zijn de onderdelen van een genoomselectieprogramma en er worden twee voorbeelden van fokprogramma’s in de praktijk besproken.
Genoomverwantschap
Verwantschap tussen dieren kan bepaald worden aan de hand van de stambomen en aan de hand van DNA-patronen. Dit wordt uitgelegd in de eerste clip en er wordt een vergelijking tussen beide methoden gemaakt met voor- en nadelen.
Daarna worden toepassingen van genomische relaties in fokwaardeschatting en in inteelt uitgelegd.