Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 11 Huidig »



Gewas: Diverse gewassen: sierteelt, houtige, kruidachtige gewassenen gazons.


Wetenschappelijke naam: Familie Noctuidae, o.a. Agrotis

Groep: Insecten

 
 
Aardrupsen in aardappelen Vraat rond de wortelhals
 
 
Gewone velduil, vlinder van de aardrups  Schade aan radijs door aardrups        


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Aardrupsen, larven van uilen, zijn grauwe rupsen met vijf paar achterlijfpoten vreten 's nachts aan ondergrondse en bovengrondse plantendelen, vooral de wortelhals.

Aardrupsen behoren tot de familie van de Noctuidae, de nachtuiltjes. Ze kunnen zich op veel verschillende gewassen voeden (zijn polyfaag).

De jonge rupsen leven bovengronds van jonge planten. Ze knagen kleine gaatjes in bladeren. Het lijkt alsof met hagel op de planten is geschoten. Vrij snel gaan ze ondergronds en vreten aan de wortels en andere ondergrondse delen van de planten. Ook kan de plantvoet net op de scheiding tussen grond en lucht worden door geknaagd.

's Nachts vreten ze ook aan gemakkelijk bereikbare bladstelen en soms in het hart van de plant. Een aardrups is eenvoudig te vinden, omdat stukken van de planten worden meegetrokken in de grond. Half uit de grond stekende plantendelen naast de beschadigde plant verraden dan de schuilplaats van de rups.

De vlinders zijn grijsbruin en hebben een vleugelwijdte van circa 5 cm. Ze zijn 's avonds en 's nachts actief. De rupsen kunnen tot 5 cm lang worden en zijn aardebruin of vuilgrijs van kleur. In rust en wanneer ze gestoord worden zijn ze opgerold. Diep in de grond verpopt de rups in een cocon van gronddeeltjes.

Aardrupsen worden vaak met emelten (larven van langpootmuggen) verward. Wanneer men een aardrups oppakt rolt die zich op. De emelt niet. Die krimpt bij aanraking. Aardrupsen hebben poten, emelten niet. e rupsen zijn aanwezig vanaf juli tot maart van het volgend seizoen. De rupsen leven in een holletje in de grond en gaat ‘s nachts op zoek naar voedsel. Aardrupsen vreten door zolang het niet vriest. In april verpopt de rups in een spinsel in de grond.

Aangetaste knollen vertonen oppervlakkige, maar soms ook diepe onregelmatige gaten.

Levenswijze

Er zijn vele soorten aardrupsen. Ze behoren tot de familie van de uilen. Na ongeveer één week komen de eieren uit. De jonge rupsen voeden zich met jonge bladeren. In het begin zijn ook overdag te zien. Al snel worden ze lichtschuw en vreten dan aan bladeren in de schaduw. Na twee weken gaan ze ondergronds leven. 's Nachts vreten ze aan bovengrondse plantendelen. Als de larve volgroeid is maakt het met speeksel een holte in de grond, hierin vindt de verpopping plaats. Daarna komt de volwassen uil uit. Ze vliegen 's avonds en 's nachts. Ze kunnen als ei, rups, pop en volwassen uil overwinteren.

De aardrups heeft twee generaties per jaar. De uiltjes leggen de eieren op de onderkant van bladeren, in groepjes of apart. Soms worden eieren op de grond afgezet. In een korte periode van 1 à 2 weken kan een vrouwtje enorme aantallen eieren afzetten variërend tot wel 1600.

De rupsen zijn aanwezig vanaf juli tot maart van het volgend seizoen. Ze leven in een holletje in de grond en gaan ‘s nachts op zoek naar voedsel. Aardrupsen vreten door zolang het niet vriest. In april verpopt de rups in een spinsel in de grond.

Maatregelen

Aardrupsen hebben natuurlijke vijanden: vogels, egel, muizen, mollen en verschillende kevers (eten de eieren). Deze hebben voor de praktijk weinig betekenis.

De aardrupsen zijn goed te bestrijden met insect-parasitaire aaltjes (Steinernema feltiae en Steinernema carpocapsae). In de bodem zoeken ze de aardrupsen op en dringen de rups binnen. Eenmaal binnen scheiden de nematoden een bacterie af die de rupsen doodt. In de dode rupsen ontstaat een nieuwe generatie nematoden die op zoek gaan naar nieuwe aardrupsen om ze te infecteren.

Een goede maatregel is om minder vatbare (resistente) soorten of rassen te telen. Zorg verder voor goede groeiomstandigheden, spaar zoveel mogelijk de natuurlijke vijanden zoals mollen, spitsmuizen, roeken en spreeuwen, en houdt het land onkruidvrij.
Daarnaast kunnen aardrupsen chemisch worden bestreden. Meer informatie over chemische gewasbeschermingsmiddelen is te vinden op de website van het Ctgb.

Voor specifieke teelten zijn er meer mogelijkheden, zoals het inunderen (onder water zetten) van de grond.

Voor beschermde teelten:

  • Stomen van de grond geeft een zeer goede bestrijding.
  • Invlieg van motten/vlinders van buiten kan worden voorkomen door insectengaas in de luchtramen.



  • Geen labels