Gewas: Zaailingen in de boomkwekerij
Wetenschappelijke naam: Pythium- en Rhizoctonia-soorten
Groep: Schimmels
Het wegvallen van de kiemplaten |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright WUR, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Na het zaaien van het gewas vallen de jonge kiemplanten om. Kiemplantenziekte wordt in de boomkwekerij dan ook wel omvalziekte genoemd.
Diverse schimmels tasten kiemplantjes aan van een groot aantal gewassen.
Hoofdoorzaak is vaak een trage kieming door minder gunstige weersomstandigheden. Naast een lage temperatuur, kan ook het telen onder natte omstandigheden een belangrijke rol spelen.
De kiemplantenziekte ontwikkelt zich optimaal als er veel halfvergane plantendelen aanwezig zijn. Van daaruit kunnen de schimmeldraden vanuit de grond de tere stengels van kiemplanten binnendringen. Het geïnfecteerde weefsel sterft af en dient als voedsel voor de schimmel. Het plantje dat nog geen steunweefsel bezit, valt spoedig om. De aantasting zet zich voort en tenslotte is de gehele kiemplant doorwoekerd met de schimmel en sterft af. De schimmel kan zich dan verspreiden naar de volgende kiemplant. In korte tijd kunnen veel kiemplanten gedood worden. Bij ongunstige omstandigheden kan de schimmel overgaan in een ruststadium.
De pesudoschimmel Pythium tast de plant meestal in het ondergrondse stengeldeel aan.
Rhizoctonia infecteert planten meestal op het grensvlak van lucht en grond.
Het is belangrijk om preventieve maatregelen te nemen zodat de planten snel door de gevoelige fase groeien en de schimmels minder kans krijgen.
- Zaaien op het juiste tijdstip.
- Niet te dicht zaaien.
- Natte groeiomstandigheden voorkomen.
- Zorgen voor een goede structuur met een goede beluchting en ontwatering.
- Zorgen voor voldoende bodemleven, zodat deze parasieten geen kans krijgen zich te ontwikkelen.
- Zorgen voor voldoende voedingsstoffen in de bodem, zodat de plant na kieming kan groeien.