Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 18 Volgende »

De glastuinbouw maakt gebruik van meststoffen; zes macro-elementen (N, P, K, Mg, Ca en S) en zes micro-elementen (Fe, Mn, Zn, B, Cu, Mo). Recirculeren van meststoffen behoort op veel Nederlandse glastuinbouwbedrijven al tot de norm en dit resulteert in een zeer efficiënt gebruik in de kas. Vrijwel alle meststoffen die een glastuinbouwbedrijf ingaan, komen er uit als eindproduct (bijvoorbeeld een tomaat) of als restbiomassa (plantmateriaal zoals stengels, blad, wortels); een omzettingsrendement van vrijwel 100%. De gehele keten is echter nog niet circulair omdat de grondstoffen voor de meeste (kunst)meststoffen afkomstig zijn uit mijnen die op den duur uitgeput zullen raken.

Voor meststoffen die stikstof bevatten ligt het verhaal iets anders. Stikstof wordt namelijk op basis van het Haber-Bosch proces uit de lucht gehaald en omgezet naar ammoniak. Voor dit proces wordt wel weer aardgas als grondstof en als bron van energie gebruikt; ongeveer 1000 m3 per ton ammoniak in Nederlandse fabrieken. De afgelopen jaren is er aanzienlijk geïnvesteerd om energiegebruik en CO2-uitstoot van Nederlandse ammoniakfabrieken te verminderen door processen verder te optimaliseren.

 Kun jij alle elementen benoemen?

N

 N staat voor?

‘Nitrogen’. Vertaald naar het Nederlands: stikstof. Planten kunnen stikstof opnemen in de vorm van nitraat (NO3-) of ammonium (NH4+).

P

 P staat voor?

‘Phosphorus’. Vertaald naar het Nederlands: fosfor.

K

 K staat voor?

‘Kalium’. Vertaald naar het Engels: potassium.

Mg

 Mg staat voor?

‘Magnesium’.

Ca

 Ca staat voor?

‘Calcium’.

S

 S staat voor?

‘Sulfur’. Vertaald naar het Nederlands: zwavel.

Fe

 Fe staat voor?

‘Ferrum’, het Latijnse woord voor ijzer. Vertaald naar het Engels: iron.

Mn

 Mn staat voor?

‘Manganese’. Vertaald naar het Nederlands: mangaan.

Zn

 Zn staat voor?

‘Zinc’. Vertaald naar het Nederlands: zink.

B

 B staat voor?

‘Boron’. Vertaald naar het Nederlands: boor, ook wel borium genoemd.

Cu

 Cu staat voor?

‘Cuprum’, het Latijnse woord voor koper. Vertaald naar het Engels: copper.

Mo

 Mo staat voor?

‘Molybdenum’. Vertaald naar het Nederlands: molybdeen.

Meststoffen verlaten een glastuinbouwbedrijf als onderdeel van het product, zoals een tomaat, of als ‘groenafval’ zoals stengels en blad (biomassa). Nadat een tomaat is geconsumeerd eindigen veel van de waardevolle meststoffen in de natuur, waar ze de nodige schade veroorzaken aan ecosystemen in de vorm van eutrofiëring . Als de meststoffen worden geloosd op rivieren die vervolgens uitkomen in de zee of oceaan, zijn de meststoffen zeer moeilijk terug te halen. Stel je voor dat je een schepje suiker in een zwembad laat vallen en het vervolgens terug moet zien te halen.

De uitdaging waar de sector voor staat is om de glastuinbouw tot schakel in een gesloten nutriëntenkringloop te maken. Het sluiten van kringlopen moet gebeuren op eigen bedrijf, regionaal en sectorbreed. Met de doelstelling om volledig emissieloos te telen in 2027 zullen er nagenoeg geen meststoffen meer verloren gaan vanuit de kas naar het oppervlaktewater, omdat lozingen van drainwater en lekkages (nog verder) worden teruggedrongen.

Toch draait het niet alleen maar om efficiëntie in de kas. Om de afhankelijkheid van eindige kunstmeststoffen af te bouwen, is het nodig om meststoffen te ontwikkelen op basis van andere (organische) bronnen zoals dierlijke mest, voedsel- en groenafval, maar ook zuiveringswater en -slib. Hiervoor is het opbouwen van samenwerkingsverbanden met andere sectoren in Nederland en het opzetten van nieuwe toeleveringsketens op het gebied van mestterugwinning eveneens een belangrijke focus. Tegelijkertijd moeten deze meststoffen toepasbaar zijn in de teeltsystemen van de glastuinbouw en de kwaliteit moet gewaarborgd blijven om efficiënt gebruik en (voedsel)veiligheid te garanderen. Welke toeleveringsketens van de macro- en micro-elementen geprioriteerd moeten worden in deze transitie kan gebeuren op basis van beschikbaarheid, prijs, strategische belangen en milieu-impact.

  • Geen labels