Beregening

Wanneer sensoren en managementprogramma’s berekenen en aangeven hoeveel er plaatsspecifiek op welk moment er beregend moet worden, zal er apparatuur moeten zijn die het ook kan uitvoeren. Voor de beregening zijn er verschillende opties die in de praktijk worden toegepast. De meest voorkomende techniek is het beregeningskanon met haspel. Deze techniek is relatief goedkoop met een hoge capaciteit. Een tweede techniek die gebruikt wordt is een haspel met sproeiboom. Deze techniek laat toe om met een lagere druk en betere verdeling te werken. Tot slot is er de mogelijkheid om te werken met pivots. Centre pivots die vanuit een centraal punt een cirkel beregenen, of lineaire pivots die vanuit een parallel gelegen watergang beregenen. Deze pivots worden voornamelijk in het buitenland op grote schaal gebruikt, in Nederland zijn slechts enkele pivots werkzaam.

Voor precisieberegening zijn er verschillende mogelijkheden. Een eerste stap kan het gebruik van bodemvochtsensoren zijn om vast te kunnen stellen hoeveel en wanneer er beregend moet worden. Een bodemkaart kan de variatie in grondsoort (en dus waterhoudend vermogen) goed weergeven. Vervolgens moet deze beregening zo nauwkeurig mogelijk aansluiten bij het perceel met zijn variatie en grenzen. Deze mogelijkheden zijn relatief nieuw en in Nederland weinig toegepast.