Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...

Voorkomen betekent vooral: met schone grond starten. Dat begint met de grondbewerking. De teler kiest steeds vaker voor zo lang mogelijk bedekt en/of 'groen' houden van de akker, en omdat vorst  vaker uitblijft dan vroeger overleven vanggewassen en groenbemesters, met daartussen vaak ook onkruid, steeds vaker de winter. Door de gewasresten, het groen en evt. ruige mest eerst te verhakselen en oppervlakkig in te werken, en daarna ondiep te ploegen (met de eco-ploeg, zie par. 3.3) of te spitten krijg je een redelijk schone uitgangssituatie. Wie met niet-kerende grondbewerking werkt kiest voor zo goed mogelijk oppervlakkig inwerken van het organisch materiaal. Voor deze werkgang is steeds meer en steeds betere mechanisatie verkrijgbaar (in de Verdieping bij par. 3.2 vind je heel veel over de mechanisatie hiervoor).

Daarna kan (als het weer het toelaat) eerst een vals zaaibed worden aangelegd: de geploegde of gespittte akker wordt geëgd en daarna een paar weken met rust gelaten. In die periode kiemt een eerste generatie onkruid. Een tweede keer eggen, vlak voor of in combinatie met (in één werkgang met) zaaien/poten/planten, vernietigt veel van de kiemplantjes. Zo krijgt het gewas een flinke voorsprong op het onkruid.

...

Mechanisch bestrijden gebeurt vooral met de wiedeg, met de schoffel of het schoffeltuig en door mechanisch en handmatig wieden.

  • Met de wiedeg wordt vooral kiemend onkruid bestreden, vlak voor het gezaaide gewas bovenkomt. Ook in het al wat steviger gewas kan worden gewiedegd: de (meeste) planten overleven dit. Daarvoor kan de druk van de tanden van de modernere wiedeggen worden afgesteld op soort en grootte van het gewas. 
  • In een latere groeifase blijft alleen schoffelen in de rijen en zoveel mogelijk tussen de planten mogelijk. Moderne schoffeltuigen werken steeds preciezer, bij voorbeeld door de schoffels te sturen met optische herkenning van het gewas. Ook een combinatie met mechanisch wieden in de rijen is mogelijk, bij voorbeeld met zgn. vingerwieders. Voor het schoffelen komen er steeds meer zelfsturende en zelfs autonoom werkende machines (robots). 
  • In gewas dat dicht in de rij groeit, zoals winterwortelen en uien, valt niet te ontkomen aan één of meer keer handmatig wieden, vaak liggend vanaf een zgn. wiedbed achter de trekker. 

Tolereren: wie ervan uitgaat dat het gewas altijd onkruidvrij moet zijn haalt zich mogelijk teveel werk en dus kosten op de hals. Vaak gaat een beetje onkruid niet of nauwelijks ten koste van het gewas, en kunnen kruiden in het gewas een functie hebben als waardplant voor natuurlijke bestrijders.  Je moet dan wel kunnen herkennen wanneer het onkruid wel een probleem kan gaan vormen: doordat het teveel kan gaan worden, of zaad of ondergrondse uitlopers gaat vormen waar je in latere jaren last van krijgt. Ook het weer speelt een rol (komt er wel of niet een langere natte periode aan, waarin je niets aan teveel onkruid kunt doen ?). Soortenkennis is dus heel belangrijk om niet te zenuwachtig te worden van onkruid, maar wel te weten wanneer en hoe je moet ingrijpen.