/
3.3. Onkruidbeheersing

3.3. Onkruidbeheersing

Beheersing van onkruid in een voortdurend aandachtspunt in de biologische teelt. Gebruik van herbiciden is niet toegestaan; er zijn geen 'biologische herbiciden' toegelaten voor gebruik in de biologische teelt. Onkruidbeheersing is vaak het meest arbeidsintensieve deel van de teeltcyclus, met het meeste handwerk. Kostenbeheersing en efficiëntie zijn hier van groot belang. Daarom ontwikkelt de mechanisatie zich juist voor onkruidbeheersing heel snel.

Onkruidbeheersing komt altijd neer op 

  • voorkomen: zorgen voor zaaien, poten of planten in een schoon zaai-/poot-/plantbed;

  • onderdrukken: door te zorgen voor een goed sluitend gewas dat kan concurreren met het onkruid; 

  • mechanisch bestrijden: vals zaaibed, wiedeggen, schoffelen, wieden ......

  • bedekken: grond tussen het gewas bedekt houden om onkruid geen kans te geven; mulching valt hier ook onder;

  • tolereren: het laatste vuiltje hoeft er niet altijd uit. Onkruid kan ook gewenste of aanvaardbare biodiversiteit zijn.

 

Op al deze gebieden ontwikkelen de kennis en de techniek zich snel. De bio-teler krijgt steeds krachtiger mechanisatie ter beschikking, met als perspectief zelfs robotisering.

Voorkomen betekent vooral: met schone grond starten. Dat begint met het voorkomen van onkruid in de voorgaande teelt. Je kunt veel last hebben van onkruid dat makkelijk en veel zaad achterlaat, zoals knopkruid, en van zgn. wortelonkruiden zoals distels (penwortel) of kweekgras (uitlopers).

Daarna komt de grondbewerking. De teler kiest steeds vaker voor zo lang mogelijk bedekt en/of 'groen' houden van de akker, en omdat vorst  vaker uitblijft dan vroeger overleven vanggewassen en groenbemesters, met daartussen vaak ook onkruid, steeds vaker de winter. Door de gewasresten, het groen en evt. ruige mest eerst te verhakselen en oppervlakkig in te werken, en daarna ondiep te ploegen (met de eco-ploeg, zie par. 3.3) of te spitten krijg je een redelijk schone uitgangssituatie. Wie met niet-kerende grondbewerking werkt kiest voor zo goed mogelijk oppervlakkig inwerken van het organisch materiaal met bij voorbeeld een schijveneg. Voor deze werkgang is steeds meer en steeds betere mechanisatie verkrijgbaar (in de Verdieping bij par. 3.2 vind je heel veel over de mechanisatie hiervoor).

Daarna kan (als het weer het toelaat) eerst een vals zaaibed worden aangelegd: de geploegde of gespitte akker wordt klaargelegd alsof er gezaaid gaat worden, maar vervolgens een paar dagen tot weken met rust gelaten. In die periode kiemt een eerste generatie onkruid. Daarna wordt het zaaibed opnieuw aangelegd: met een tweede keer eggen, vlak voor of in één werkgang met zaaien/poten/planten, worden veel van de kiemplantjes van onkruid vernietigd. Zo krijgt het gewas een flinke voorsprong op het onkruid.

Onderdrukken betekent vooreerst een krachtig en evenwichtig groeiend gewas dat de concurrentie aankan. Een gewas profiteert meer van een goede bodem dan onkruid, dus hoe beter de structuur hoe groter het groeiverschil. Goed sluitende gewassen als de verschillende koolsoorten en aardappelen hoeven alleen in de eerste groeifase onkruidvrij te worden gehouden, tot ze 'dichtgroeien'. In granen onderdrukt een onderzaai met klavers of een mengteelt met peulvruchten het onkruid: de ruimte tussen de pollen en in de rijen wordt opgevuld. Open blijvende gewassen zoals uien onderdrukken echter nauwelijks het onkruid; hier blijft onkruidbestrijding gedurende de hele teelt nodig.

Mechanisch bestrijden gebeurt vooral met de machines, zoals de wiedeg en het schoffeltuig, en aanvullend of als dat niet voldoende heeft gewerkt handmatig.

  • Met de wiedeg wordt vooral kiemend onkruid bestreden. Dat kan voorzichtig en ondiep, vlak voor het gezaaide gewas bovenkomt, . Ook in het al wat steviger gewas kan worden gewiedegd: de (meeste) planten overleven dit. Dat kan door de druk van de tanden van de wiedeg af te stellen op soort, grootte en plaats in de rij van het gewas. Er komen steeds meer wiedeggen op de markt die hiervoor een heel precieze afstelling mogelijk maken.

  • In een latere groeifase en voor groter onkruid blijft alleen schoffelen mogelijk. Moderne schoffeltuigen werken steeds preciezer, bij voorbeeld door de schoffels te sturen met optische herkenning van het gewas. In de rijen en tussen de planten is onkruidonderdrukking mogelijk door aanaardend schoffelen. Ook is een combinatie met mechanisch wieden in de rijen mogelijk, bij voorbeeld met zgn. vingerwieders of torsiwieders.

  • Voor het schoffelen en wieden komen er steeds meer zelfsturende en zelfs autonoom werkende machines (robots) beschikbaar. Daardoor komen nieuwe technieken in beeld, zoals robots die met mechanische ‘armen’ heel gericht onkruidplanten uittrekken, afsnijden, wegblazen of wegbranden. Er is nu ook een autonoom werkende wiedeg beschikbaar. Van de inzet van robots voor onkruidbestrijding wordt nog heel veel ontwikkeling verwacht.

schoffelrobot aan het werk
Har-E-20250115-093900.jpg
autonoom werkende wiedeg HAR-E (foto Bio-journaal)

 

In gewas dat dicht in de rij groeit en langzaam of helemaal niet dichtgroeit , zoals winterwortelen en uien, valt niet te ontkomen aan één of meer keer handmatig wieden, vaak liggend vanaf een zgn. wiedbed achter de trekker. Dit is een dure ingreep (50 tot wel 200 uur werk per hectare) die alleen aanvullend op mechanische bestrijding wordt ingezet. Op ruggen geteelde wortelen kunnen opnieuw worden aangeaard, zodat wieden alleen in de rij nodig is.

Bedekken van de bodem met organisch materiaal zodat onkruid geen licht krijgt is een andere benadering. Vooral tussen open blijvend gewas kan de grond bedekt worden gehouden, zodat kiemend onkruid geen licht krijgt en afsterft. In de rij kan met een compostzaaimachine compost in smalle strookjes op de zaairij worden meegestrooid, zodat onkruid in de rij wordt beperkt. Dit kan bij wortelen of uiten veel uren handwerk schelen.

Bedekking kan tevens worden gekozen voor een beter beheer van de bodem: om uitdroging te voorkomen, structuurverlies door heftige neerslag te beperken en het bodemleven dicht bij de oppervlakte te beschermen. In een extremer wordend klimaat wordt deze combinatie van onkruid-onderdrukking en bodembescherming steeds interessanter.

Bedekken kan door grof organisch materiaal op te brengen (mulching). Een andere benadering is afdekken met een laag gehakselde gewasresten en/of groenbemester. Daarvoor is een nieuw werktuig in de handel: de zgn. mulcher (zie Verdieping). Bedekken met plastic folie is ook mogelijk (in de BD-landbouw is dit niet toegestaan). Een nieuwe mogelijkheid, voor de bio-tuinbouw heel interessant, is bedekking met papierstroken (zie Verdieping).

Tolereren: wie ervan uitgaat dat het gewas altijd onkruidvrij moet zijn haalt zich mogelijk teveel werk en dus kosten op de hals. Vaak gaat een beetje onkruid niet of nauwelijks ten koste van het gewas, en kunnen kruiden in het gewas zelfs een functie hebben als waardplant voor natuurlijke bestrijders.  Je moet dan wel kunnen herkennen wanneer het onkruid wel een probleem kan gaan vormen: doordat het teveel kan gaan worden, of zaad of ondergrondse uitlopers gaat vormen waar je in opvolgende teelten last van krijgt. Soortenkennis is hiervoor heel belangrijk. Ook het weer speelt een rol. Komt er wel of niet een langere natte periode aan, waarin je niets aan teveel onkruid kunt doen ? Dan kan snel ingrijpen veel problemen later voorkomen.

 

(foto: biojournaal)

 

(foto: biojouraal)

 

Verdieping

onkruiden

In deze wiki leer je verder over het herkennen van onkruiden en de evt. noodzaak voor onkruidbestrijding: Herkennen van onkruiden .

Voor voorbeelden van wied- en schoffeltechniek zie pagina schoffel-techniek .

Bedekt houden van de grond is een interessante optie. In combinatie met het zo lang mogelijk 'groen' houden van de grond (zie paragraaf 3.2) kan met een zgn. mulcher een bedekkende laag van gewasresten en groenbemesters worden aangelegd: zie pagina over mulchen. Een nieuwe optie is bedekken met papierstroken, als alternatief voor bedekken met plastic folies. Dit papier laat geen (op te ruimen en te recyclen) afval achter maar wordt uiteindelijk organisch materiaal voor de bodem: zie artikel over papier uit plantenvezels .

robot aan het werk

Vooral voor onkruidbeheersing, maar ook voor heel veel andere teelthandelingen, wordt de inzet van robots steeds belangrijker. Dat biedt veel mogelijkheden: niet alleen arbeids- en dus kostenbesparing maar ook een lagere belasting van de bodem en reductie van CO2-uitstoot (overstap op electrisch werken). Veel is hier nog in ontwikkeling, maar de stap naar volledig autonoom werkende robots is in zicht. Voor info over lopende experimenten, met filmpjes over de werking van een robot: multi-inzetbare agrorobot is klaar voor veldproeven .

Robots voeren in het algemeen een mechanische onkruidbestrijding uit, zoals uitschoffelen van rijen. Een nieuwe ontwikkeling is het wegbranden van onkruid met een laser. Daarover gaat dit artikel: robot die onkruid lasert . Zie voor meer info de link in dit artikel (Engelstalig).

Filmpje over onkruidbeheersing met de robot:

Robot One - Precisielandbouw in de praktijk Hier worden alle nieuwe mogelijkheden goed uitgelegd.

Dit bedrijf Fieldworkers ontwikkelt samen met telers nieuwe mechanisatie speciaal voor de bio-landbouw (N.B. info van commerciële aanbieder).

 



Related content

1. Gewasdiversiteit in ruimte en tijd
1. Gewasdiversiteit in ruimte en tijd
More like this
4. Directe beheersing
4. Directe beheersing
More like this
Onkruidbestrijding van de toekomst
Onkruidbestrijding van de toekomst
More like this
Elektrische onkruidbestrijders
Elektrische onkruidbestrijders
More like this
Onkruidtrekker en -snijder
Onkruidtrekker en -snijder
More like this