Anker | ||||
---|---|---|---|---|
|
3.24 Algemene bedrijfsgegevens
3.25 Vacuümhoogte en werking regulateur
3.26 Luchtverbruik en beschikbare capaciteit
3.27 Beoordeling en soort drukwisselingssysteem
...
Inhoudsopgave | ||
---|---|---|
|
3.20
...
Onderhoud
De melkmachine speelt een belangrijke rol bij de verwerving van het inkomen op het melkveehouderijbedrijf. Het is daarom belangrijk dat deze installatie in een uitstekende staat van onderhoud verkeert. Onderhoud aan een melkinstallatie betekent dat je geregeld onderdelen moet:
...
Uit Melkveehouderij: "Gezonde melk komt uit niet beschadigde spenen met een sluitend slotgat" 2011
...
3.21 Groot en klein onderhoud
Omdat een melkinstallatie uit veel onderdelen bestaat, is het organiseren van het onderhoud erg lastig • niet alle onderdelen moeten namelijk even vaak onderhouden worden; • niet alle onderdelen zijn even makkelijk te onderhouden.
...
Meer informatie over het onderhoud is te vinden in het Handboek Melkveehouderij H 9.4 Onderhoud van de melkinstallatie.
...
3.22
...
Tepelvoering
Eén van de meest bewegende onderdelen van de melkmachine is de tepelvoering. Dit is tevens het onderdeel dat contact heeft met de koe. Deze mag dan ook niet verouderd raken.
...
aantal melkstallen | 3 | 8 | 6 | 12 | 16 | 20 |
Koeien | ||||||
30 | 125 | 333 | 250 | |||
50 | 75 | 200 | 150 | 300 | ||
80 | 125 | 94 | 187 | 250 | ||
120 | 125 | 167 | 208 |
...
3.23 Meet en adviesrapport
Figuur 2. Meet- en adviesrapport
...
Figuur 3. Meet- en adviesrapport
...
3.
...
24 Algemene bedrijfsgegevens
In dit eerste onderdeel wordt aangegeven hoe de machine eruit ziet. De monteur weet dan welke normen gebruikt moeten worden. De laatste kwaliteitsgegevens van de melklevering worden gebruikt om de veehouder na afloop goed advies te kunnen geven. De melkleiding kan zowel rondgaand, van 2 zijden aansluiten op de melkluchtafscheider of van één zijde. Samen met het type melkinstallatie en de melkopvoerhoogte heeft het invloed op de te gebruiken normen. De maximale melkopvoerhoogte is de afstand tussen de koestand en het hoogste punt van de melkleiding. Bij een laagliggende melkleiding, die onder de putrand ligt, wordt hier een 0 ingevoerd.
...
Figuur 4. Meet- en adviesrapport: vacuümhoogte en werking regulateur
...
3.25 Vacuümhoogte en werking regulateur
Een te hoog Vacuüm geeft speenproblemen en een te laag vacuum kan ervoor zorgen dat de dieren traag en niet goed worden uitgemolken. In deze rubriek wordt gekeken naar de vacuumhoogte in relatie met het al dan niet werken van de regulateur. De regulateur moet de schommelingen in de vacuumhooge opvangen, Het verschil in gemeten vacuumhoogte tussen het wel of niet in werking hebben van het pulsatiesysteem en de melkstellen zegt iets over de regulateur. Kan de regulateur de vacuümdalingen tijdens het melken opvangen. Deze vacuümdalingen mogen niet groot zijn.
...
Figuur 5. Meet- en adviesrapport: luchtverbruik en beschikbare capaciteit van de melkinstallatie
...
3.
...
26 Luchtverbruik en beschikbare capaciteit
Deze onderdelen geeft het luchtverbruik van diverse onderdelen weer. Hoeveel leklucht treedt op bij de regulateur, de melkklauwen de melkleiding of zijn er nog andere plaatsen waar leklucht wordt ingelaten. Kapotte slangen bijvoorbeeld. Er wordt gekeken hoeveel lucht toegelaten kan worden bij een daling van 2 kPa. Deze hoeveelheid lucht wordt de reservecapaciteit genoemd.
...
Figuur 6. Meet- en adviesrapport: beoordeling en soort drukwisselingssysteem
...
3.
...
27 Beoordeling en soort drukwisselingssysteem
In de tabel hierboven wordt met name het drukwisselingssysteem bekeken. Het aantal pulsaties per minuut en de lengte van de zuigfase( a + b ) en de rustfase (c + d ) Richtlijnen voor de lengte zijn: de a-fase niet langer dan 20%, de b-fase tenminste 30%, maar de praktijk leert dat het wenselijk lijkt dat de b-fase tussen de 40 en 55% van de cyclustijd moet zijn. De c-fase is korter dan de a-fase. De d-fase mag niet korter zijn dan 15%.
Het pulsatiesysteem is een belangrijk onderdeel en is direct van invloed op het correct melken van de koeien, daarom is het pulsatiesysteem een borgings punt. Melksnelheid, speenvorm en speendiameter spelen in samenhang met het type tepelvoering een belangrijke rol bij de pulsatiecurve.
...
Figuur 7. Meet- en adviesrapport: werking reiniging en hulpapparatuur
...
3.28 Reiniging en hygiëne
Rubriek 5 besteedt aandacht aan de reiniging en de werking van hulpapparatuur.
Begin en eindtemperatuur van het hoofdspoelwater, de hoeveelheid en de dosering zijn belangrijke meetpunten bij het onderdeel reining. Daarnaast wordt aangegeven of hulpapparatuur goed werkt.
...