Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...

Het COKZ (=Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel)houdt toezicht op de onderzoeksmethoden en de wijze van uitvoering van het onderzoek bij Qlip.Het afdelingsbestuur “Boerderijmelk” van het COKZ beslist hierover. In dit bestuur zitten de landbouworganisaties, de zuivelindustrie en het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV). Het COKZ houdt toezicht op het kwaliteitsonderzoek bij het Qlip Zutphen. Verder ziet het COKZ toe op een juiste werkwijze bij het ophalen van de melk bij de boerderij. 

Image Added

Figuur 1. COKZ

De frequentie van het onderzoek van de verschillende onderdelen, als ook de hoogte van de kortingen worden vanaf 2006 per zuivelonderneming geregeld. Qlip is een onafhankelijke dienstverlenende organisatie voor zowel de melkveehouderij- als voor de zuivelsector.Bij Qlip wordt onder andere tankmelk in het kader van uitbetaling boerderijmelk onderzocht en melk van individuele dieren in het kader van de melkproductieregistratie. 

...

De boerderij-inspecties worden uitgevoerd door Qlip.

Image Added

Figuur 2. Qlip

Dan wordt o.a. de bedrijfsvoering gecontroleerd volgens de voorschriften van de zuivelfabrieken. Dit gaat om zaken als diergeneesmiddelen, diergezondheid en welzijn, oormerken, voer, water en soms weidegang, inrichting tanklokaal, reiniging en afvalstoffen. 

...

Als voorbeeld wordt het melkkwaliteitsstelsel van Royal FrieslandCampina weergegeven. Andere zuivelfabrieken kunnen op sommige kwaliteitsonderdelen andere normen hanteren en/of meer of minder kortingspunten geven. Zo zijn zuivelfabrieken die vooral kaas maken strenger bij boterzuur.

Parameters melkkwaliteit

onderzoeksfrequentie

normen

Aantal punten

Korting

Kiemgetal

2 x per maand

>100.000 tot 250.000

>250.000 kve/ml*

1

2

Reinheid

1 x per maand

>Vuil

1

2

Chloroform

2 x tot 6 x per jaar

>>0,2 mg / kg vet

1

Celgetal

2 x per maand

>Laatste uitslag en geometrisch gemiddelde > 400000 cellen/ml

1

Bacteriegroei- remmende stoffen

Elke leverantie

Positief

- € 0,25 tot € 0,38 per kg van elke leverantie

Zuurtegraad melkvet

Elke leverantie**

Gemiddeld per maand > 1,00 meq/g vet

2

Boterzuursporen

1 x per maand

++ (en voortgezet onderzoek)

2

Vriespunt

2 x per maand

- 0,504°C en hoger

1

  • kve = kolonie vormende eenheid. Enkele fabrieken hanteren een andere bepalingsfrequentie Daarnaast wordt de melk onderzocht op chloroform en Salmonellabacteriën.
    Per jaar zijn twee maanden bepalend voor het toekennen eventuele kortingspunten

  • Chloroform 2x per jaar

    • <= 0,1 mg/kg vet 0 (goed)
    • =>0,1<= 0,2 mg/kg vet 0 (verhoogd)
    • >= 0,2 mg/kg vet 1 (te hoog)
  • Salmonella 3x per jaar

    • gunstig
    • ongunstig

...

Het geometrische gemiddelde is de berekening van de drie meest recente kiemgetallen volgens de volgende formule:

Paneel
bgColor#ffffe6

Verdiepingslesstof berekening geometrisch gemiddelde:

Stel het celgetal is achtereenvolgens 300.000, 400.000 en 500.000.  Het geometrisch gemiddelde is: de derde machtswortel uit 300 x 400 x 500 = derde machtswortel uit 60.000.000 = 60.000.000 to tde macht 1/3 = 390.  Het gemiddelde celgetal is dan (300 + 400 + 500)/3 = 400.

Het voorbeeld laat zien dat het geometrisch gemiddelde lager is dan het gewone gemiddelde. Het geometrisch gemiddelde wordt gebruikt omdat dit één hogere waarde als het ware afzwakt. Deze telt minder zwaar mee en dat is gunstig bij verhoogde celgetallen. Bij meerdere hoge celgetallen geldt dit niet of juist het omgekeerde. 

Een te hoog tankmelkcelgetal is vooral een waarschuwing voor uierontsteking of mastitis. Er zijn waarschijnlijk meerdere koeien die problemen hebben met mastitis. Probeer tijdens de voorbehandeling van de koeien tijdens het melken ongewone zaken als warme uiers, vlokjes in de melk bij voorstralen en dergelijke te ontdekken. Als mastitis geconstateerd wordt, dient een behandelplan gevolgd te worden dat van tevoren al is opgesteld. 

Reinheid
Deze bepaling is de oudste bepaling in het systeem en is indertijd ingevoerd om hygiënisch werken te benadrukken. Voor de bepaling zelf wordt een vaste hoeveelheid melkmonster door een wat getrokken. Het eventueel aanwezige vuil blijft achter op de wat. Deze wordt visueel beoordeeld door vergelijking met standaardwatten met vastgestelde hoeveelheden vuil. Schoon melken betekent bijvoorbeeld schone koeien en goed voorbehande-len van de spenen en uier. Bij veel regenachtig weer en weidegang, wil het wel eens voorkomen dat de reinheidskortingen gaan oplopen. Bedenk dan dat extra aandacht aan de voorbehandeling van de koeien geen overbodige luxe is. 

Vriespunt
Voor de bepaling van het vriespunt werd in het verleden de melk onderkoeld en door trilling tot vriezen gebracht. Het vriespunt werd dan na een vastgestelde tijd afgelezen. Tegenwoordig wordt bij elke bepaling van vet en eiwit ook het vriespunt bepaald. QLIP geeft dan aan over welke bepaling de eventuele kortingspunten geheven gaan worden twee keer per jaar. Oorzaak voor een te hoog vriespunt is waterbijmenging. 

Melk heeft namelijk een lager vriespunt door de aanwezigheid van lactose en zouten. Dit vriespunt ligt gemiddeld op -0,520 °C voor alle bedrijven in Nederland. Meer water in de melk betekent een hoger vriespunt dat dichter bij nul komt te liggen. Een te hoog vriespunt kan voorkomen worden door goed te letten op waterbijmenging voor, tijdens en na het melken. Zoveel mogelijk water aftappen voor het melken, melk wegdrukken met water na afloop van het melkmaal maar niet in de tank laten lopen, nagaan of er geen lekkage is in de voorkoeler, goede drainage na reiniging van melkinstallatie en melkkoeltank voorkomen dit probleem. 

Boterzuur
De bepaling van boterzuur is een afkorting voor de bepaling van sporen van boterzuurbacteriën in de melk. Melkmonsters worden  in twee buizen met voedingsmedium overgebracht. Na menging wordt het voedingsmedium afgedekt zodat er zo min mogelijk zuurstof bij kan. Na bebroeden van de buizen gedurende een vastgestelde tijd wordt er gekeken of er gasvorming is opgetreden. Is bij beide buizen gasvorming te zien, dan volgt korting en heronderzoek bij het volgende kwaliteitsmonster. Dit betekent dat er teveel sporen van boterzuurbacteriën in de melk gevonden zijn. 

Belangrijkste oorzaak is besmetting van het kuilgras of de maïskuil met boterzuursporen. Door geen slecht kuilvoer aan melkvee te voeren kan besmetting voorkomen worden, hoewel in elke kuil wel slechte plekken aanwezig kunnen zijn. Voer geen schimmelplekken en andere slechte plekken in de kuil aan melkvee. In bijgevoegde link is een boterzuurtest uit te voeren om het risico op teveel boterzuursporen te verminderen.

boterzuurtest  

Bekijk voor meer informatie over de boterzuur ook de onderstaande brochure  Brochure

Groeiremming
Bij de bepaling van groeiremming wordt een kleine hoeveelheid melk toegevoegd aan een sporensuspensie van een Bacillus bacterie. Een kleurindicator geeft na afloop van de bebroeding aan of er groei van Bacillus bacterie heeft plaatsgevonden. Blijft de buis paars, dan is er geen groei opgetreden en is er sprake van groeiremming. Is de buis van paars naar geel gekleurd dan is er geen groeiremming opgetreden en zijn er geen antibiotica aanwezig geweest in de melk. Positieve monsters (met groeiremming) worden verder onderzocht op het soort werkzame stof, zoals bijvoorbeeld penicilline, cephalosporines, macroliden, sulfa‟s en dergelijke. Wanneer er sprake is van groeiremming betekent het dat er resten antibiotica in de melk terecht zijn gekomen. 

Met antibiotica behandelde koeien dienen zorgvuldig behandeld te worden en goed gemarkeerd te zijn, zodat tijdens het melken de melk van behandelde koeien afgezonderd kan worden en niet in de tank terecht komt. 

Zuurtegraad melkvet
De zuurtegraad melkvet wordt tegelijk met het vet en eiwit bepaald met behulp van infra rood bepaling. Sommige zuivelfabrieken bepalen elke maand de zuurtegraad en anderen laten QLIP twee keer per jaar de maanden aanwijzen waarop korting geheven wordt. Een te hoge zuurtegraad melkvet heeft vooral te maken met beschadiging van melkvetbolletjes door luchtinslag. Hoogliggende melkleidingen of een andere manier van luchtinslag in de melk kan aanleiding zijn tot verhoging. Bij de introductie van het automatisch melken is de zuurtegraad van het melkvet soms ook een probleem. Dit komt vooral omdat vaker dan twee keer per dag gemolken wordt en sommige bedrijven zijn daar gevoelig voor. Het advies bij automatisch melken is dan om koeien aan het eind van de lactatie niet vaker dan twee keer per dag te melken of bij een verwachte melkhoeveelheid van 8-10 kg per melkmaal oftewel: niet te weinig melk per melking.

Chloroform
Bij de bepaling van chloroform wordt melk verwarmd in een afgesloten ruimte. De damp wordt vervolgens geanalyseerd op chloroform. Deze bepaling is ingevoerd vanwege de geringe aanwezigheid van deze stoffen in boter en andere vetrijke producten. Het levert geen problemen op voor de volksgezondheid. Het gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen met chloor bij de tankreiniging is de belangrijkste oorzaak voor chloroform in tankmelk. Ontluchten van de tank na de reiniging is een belangrijke maatregel om chloroformdampen kwijt te raken. Reinigen met een chloorvrij middel is een andere belangrijke maatregel die te nemen is. 

Salmonella
Salmonella wordt drie keer per jaar bepaald en er worden geen sancties aan verbonden. Wel worden ongunstige bedrijven gewezen op het nemen van maatregelen om de besmetting op het bedrijf terug te dringen. De Gezondheidsdienst voor Dieren kan helpen bij de bestrijding.

"Wat te doen bij minder goede kwaliteit in de praktijk?"

Omhoog

6.8 Melkgeldafrekening

...

Op de nota zie je dat eerst het aantal kg vet en het aantal kg eiwit wordt betaald met een fabrieksgebonden correctie. Dit heeft hier te maken met een hoeveelheid melk in de vorige maand is gemolken, maar die op deze nota staat. De maand ervoor waren de vet- en eiwitprijs 0,08 resp. 0,18 ct hoger. 

Image Added

Figuur 3. Nota melkwinning

Vervolgens zie je een variabele kosteninhouding ook wel genoemd de negatieve grondprijs. Dit is een inhouding per kg melk bedoeld voor dekking van de transport- en verwerkingskosten van de melk. Water in de melk kost de veehouder altijd geld, los van de eventuele korting wegens vriespunt! 

...

Op melkgeld afrekening (Bladzijde 1 de melkgeldnota, bladzijde 2 van de melkgeldnota vindt je de gegevens van alle leveranties in juni inclusief de kwaliteitsonderzoeken en de mineralenafvoer.) 

MelkkwaliteitQLIP

Omhoog

6.9 Melkprijsvergelijkingen

...