Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...

bevordert eerlijke verhoudingen en een goede kwaliteit van leven: hier gaat het om zaken als eerlijke arbeidsverhoudingen, eerlijke handel en, uiteindelijk, een goede levenskwaliteit van werkenden en van de consumenten van biologische producten. Dit valt overigens (in Europa) buiten de wettelijke eisen waaraan biologische bedrijven moeten voldoen, maar veel biologische ondernemers zijn er wel mee bezig. Buiten Europa, en vooral in opkomende economieën zoals India, speelt dit motief een veel grotere rol en gaat de keuze voor biologisch vaak samen met de strijd voor landrechten, behoud van lokale gewassen en sociale rechtvaardigheid.

Informatie

Wat is biologische landbouw volgens de EU-verordening?

De wettelijke definitie van wat biologische landbouw is staat in de de Verordening van de Europese Unie inzake biologische productie en etikettering . Dit is de basis voor alle regels die voor de biologische landbouw gelden (zie verder hoofdstuk 5). De nieuwe Verordening, die sinds 1 januari 2022 geldt, definieert de 'algemene beginselen', de principes, van wat biologische landbouw (en verwerking en handel van biologische producten) is.

De biologische productie is een duurzaam beheersysteem dat is gebaseerd op de volgende algemene beginselen:
a) eerbied voor de systemen en cycli van de natuur, het behoud en de verbetering van de toestand van bodem, water en lucht, van de gezondheid van planten en dieren, alsmede van het evenwicht daartussen;
b) de instandhouding van natuurlijke landschapselementen zoals natuurlijk erfgoed;
c) het verantwoord gebruik van energie en natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem, organische stoffen en lucht;
d) de productie van een grote verscheidenheid aan hoogwaardige levensmiddelen en andere landbouw- en aquacultuurproducten die beantwoorden aan de vraag van de consument naar goederen die worden geproduceerd met processen die geen schade toebrengen aan het milieu, de gezondheid van de mens, de gezondheid van planten of de gezondheid en het welzijn van dieren;

e) het waarborgen van de integriteit van de biologische productie in alle stadia van de productie, bereiding en distributie van levensmiddelen en diervoeders;

f) het passend ontwerpen en beheren van biologische processen, gebaseerd op ecologische systemen en met gebruikmaking van natuurlijke hulpbronnen die intern zijn aan het beheerssysteem, waarbij gebruik wordt gemaakt van methoden:
i) waarbij levende organismen en mechanische productiemethoden worden gebruikt;
ii) waarbij op bodemgebonden wijze gewassen worden geteeld of op grondgebonden wijze dierlijke productie plaatsvindt of waarbij aquacultuur wordt bedreven volgens het beginsel van de duurzame exploitatie van aquatische hulpbronnen;
iii) waarbij het gebruik van ggo’s, met ggo’s geproduceerde producten en door ggo’s geproduceerde producten, met uitzondering van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, uitgesloten wordt;
iv) die gebaseerd zijn op risicobeoordeling en, in voorkomend geval, op het gebruik van voorzorgsmaatregelen en preventieve maatregelen;

g) de beperking van het gebruik van externe productiemiddelen; waar externe productiemiddelen vereist zijn of de in punt f) bedoelde passende beheerpraktijken en -methoden niet bestaan, worden de externe productiemiddelen beperkt tot:
i) productiemiddelen van de biologische productie; in geval van plantaardig teeltmateriaal wordt de voorkeur gegeven aan rassen die geselecteerd zijn op hun vermogen om te beantwoorden aan de specifieke behoeften en doelstellingen van de biologische landbouw;
ii) natuurlijke stoffen of natuurlijke derivaten;
iii) minerale meststoffen met een lage oplosbaarheid;

h) de aanpassing van het productieproces, waar nodig en in het kader van deze verordening, om rekening te houden met de gezondheidstoestand, regionale verschillen in ecologisch evenwicht, klimatologische en plaatselijke omstandigheden, ontwikkelingsstadia en specifieke houderijpraktijken;
i) de uitsluiting uit de volledige biologische voedselketen van het klonen van dieren, van het houden van dieren met kunstmatig geïnduceerde polyploïdie en van ioniserende straling;
j) de inachtneming van een hoog niveau van dierenwelzijn, rekening houdend met soortspecifieke behoeften.

Een hele mond vol, Toch de moeite waard om eens goed door te lezen, want eigenlijk zit alles erin. Wat opvalt is de positieve insteek: vooral aangeven wat biologische landbouw en productie wél is (de beginselen, principes). Dat kun je lezen als een duidelijke opdracht voor iedereen die met biologische bedrijfsvoering aan de slag wil. Wat echt niet kan en mag wordt ook duidelijk aangegeven (geen genetisch gemanipuleerde organismen - ggo -, beperkingen op 'externe productiemiddelen' (= gewasbeschermingsmiddelen en aangevoerde meststoffen), geen klonen van dieren.

...