...
Bodembeheer
wat Wat de bodem betreft kan gedacht worden aan niet-kerende of gereduceerde grondbewerking (beter voor de bodembiodiversiteit en het percentage organisch stof), het verhogen van de organische stof door het onderploegen van gewasrestanten zoals stro, jaarronde bodembedekking - dus ook in de winter - en het voorkomen van het dichtrijden van de grond door gebruik te maken van lichte voertuigen en/of vaste rijpaden te gebruiken.
...
Bemesting
ook Ook in de akkerbouw is een optimaal gebruik van meststoffen belangrijk, o.a. om verzuring te voorkomen. Verzuring kan tegengegaan worden met kalk, maar hoe meer verzuring hoe hoger de kosten voor het corrigeren. Voorkomen is ook hier beter dan genezen.
...
Vruchtwisseling
om Om monoculturen tegen te gaan, en daarmee schade door plaagdieren en uitputting van de bodem, kan gebruik gemaakt worden van gewasdiversiteit en verruiming van het bouwplan, strokenteelt en mengteelt (zie hieronder info over het werk van Wageningen Plant Research op dit gebied). Daarnaast kunnen groenbemesters, vanggewassen (voorkomen uitspoeling meststoffen) en vlinderbloemigen (stikstofbinding) ingezet worden. Wanneer deze vervolgens op het land achtergelaten worden, draagt het ook bij aan organische stof in de bodem en een goede bodemstructuur.
...
Natuurbeheer
ook Ook voor de akkerbouw kan financiering aangevraagd worden voor agrarisch natuurbeheer via ANLb. Daarbij kan gedacht worden aan maatregelen ten behoeve van akkervogels (zoals de veldleeuwerik, kwartels, grauwe kiekendief en scholekster), bloeiende akkerranden voor insecten en het voorkomen van uitspoeling van nutriënten en landschapselementen zoals bomen en heggen. Voorbeelden van binnenveldse elementen zijn (noten)bomen en (vruchtdragende) struiken. De combinatie van bomen met eenjarige gewassen wordt agroforestry genoemd. Niet alleen op de akker, maar ook dichter bij huis kan iets gedaan worden ten behoeve van de biodiversiteit. Denk aan groene erfbeplanting. Een aantal van bovenstaande maatregelen is ook van belang bij het aanvragen van vergroeningsbetalingen via het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB), bijvoorbeeld groenbemesters, vanggewassen, vlinderbloemigen, gewasdiversificatie en blijvend grasland.
Een voorbeeld van een maatregel is niet-kerende of gereduceerde grondbewerking. Op deze wijze wordt de bodembiodiversiteit vergroot en vindt er minder afbraak plaats van organisch materiaal in de bodem. Ook dit is goed voor de bodembiodiversiteit en voor de bodemstructuur en bovendien betekent het meer co2 CO2 opslag in de bodem. Gewasresten worden dan niet ondergewerkt, maar blijven liggen op het land. Ook kan gewerkt worden met technieken die de bodem minder diep bewerken, zoals het werken met schijven of de ecoploeg. Het effect is minder erosie, maar ook een hogere onkruiddruk (wat weer gunstig kan zijn voor insecten en vogels).
...