...
2.2 Ontwikkeling en hormoonwerking van de uier
Anker | ||||
---|---|---|---|---|
|
2.1 Bouw van de uier
...
Naast een goede bouw is ook melksnelheid belangrijk voor een goed melkproces. De uier loopt niet vanzelf leeg. Het hormoon oxytocine gestuurd vanuit de hypofyse(hersenen) zorgt voor het laten schieten van de melk. Oxytocine is een hormoon dat vrijkomt bij voorbehandelen van de speen door de melker. Stress en angst remmen het laten schieten van de melk. Bij stress komt het hormoon adrenaline(bijnierschors)vrij, dit hormoon werkt de oxytocine tegen, waardoor de koe de melk optrekt.
Omhoog
Anker | ||||
---|---|---|---|---|
|
...
Economisch is gewenst dat de koe jaarlijks ruim 300 dagen melk geeft en daarna 2 maanden "droog staat" ( geen melk geeft). Zo krijgt de koe ieder jaar een kalf. Het juiste tijdstip voor droogzetten hangt af van de productie van de koe en de doelstellingen van het bedrijf. In de praktijk wordt de koe 4 – 8 weken voordat zij moet afkalven droog gezet. Als de koe niet meer gemolken wordt, wordt er geen prolactine meer gevormd en wordt de melkvorming niet meer gestimuleerd.
Anker | ||||
---|---|---|---|---|
|
...
Wanneer de koe angst, schrik of pijn heeft, zal het hormoon adrenaline gevormd worden in de bijnieren. Dit hormoon wordt dan afgegeven aan het bloed. Adrenaline heeft een tegengestelde werking als oxytocine. De koe ‘trekt de melk op’. Er blijft dan veel restmelk in de uier achter. De restmelk is die melk die na normaal melken altijd nog in de uier achterblijft in de melkkanaaltjes en alveolen. Soms kan dit meer dan 10 % zijn. Vetbolletjes hebben een grote diameter. Dus angst (donker, gladde vloeren in de melkstal enz.), pijn, zwerfstromen moeten voorkomen worden omdat de koe dan adrenaline vormt. Bij onvoldoende oxytocine afgifte of bij adrenaline in het bloed zullen vetbolletjes meer achterblijven. Ze kunnen niet goed door de melkkanaaltjes.
Uit melkveebedrijf: " “Voor- en nabehandelen onder de loep“
View file | ||
---|---|---|
|
...
|
Anker | ||||
---|---|---|---|---|
|
...
overbezetting van de robot
teveel zetmeel in het rantsoen
te veel krachtvoer aan het voerhek
angst voor andere koeien in de wachtruimte voor de robot
klauwproblemen zieke koeien