...
Nederland is eeuwenlang ingericht op het zo snel mogelijk afvoeren van water. Beken er rivieren werden gekanaliseerd (rechtgetrokken en verdiept) en er werden sloten en stuwen aangelegd om het water te kunnen reguleren. Nu we vaker te maken hebben met piekbuien afgewisseld met droge periodes moet er opnieuw nagedacht worden over het inrichten van het watersysteem. Het landgebruik bovenstrooms bepaalt sterk de wateroverlast benedenstrooms. Diepe sloten zorgen bijvoorbeeld voor snelle afvoer van het water bovenstrooms en op de hoge gebieden in het landschap. Bovenstrooms stroomt water sneller af, wat kan leiden tot erosie en watertekorten in droge periodes. Benedenstrooms kan waterophoping tijdens piekafvoer zorgen voor overstromingen en een verslechtering van de waterkwaliteit (1). Daarbij komt dat de kop van een heuvel meestal een lage waterretentie en een snelle afstroming heeft, terwijl flanken en dalen vaak natter zijn. In de landbouw betekent dit dat dalgebieden gevoelig zijn voor wateroverlast en bodemverdichting, terwijl flanken droger kunnen zijn en irrigatie nodig hebben (1). Het is dus zaak water bovenstrooms in de haarvaten langer vast te houden.
Snelle afstroming van regenwater leidt daarnaast tot een verhoogde afvoer van nutriënten en pesticiden naar oppervlaktewateren. Dit kan leiden tot eutrofiëring en een afname van de waterkwaliteit (1).
...