...
De redenen van een eigenaar om zijn/haar vrouwtje vrouwelijk dier te gebruiken voor de fokkerij kan verschillen van 1) het moeten produceren van nakomelingen om melkproductie op gang te krijgen, via 2) het streven naar een nakomeling met de hoogste kwaliteit, tot 3) ‘ook al is ze niet erg goed meer, we kunnen haar gebruiken voor de fokkerij’. Redenen voor specifieke keuzes van een individuele fokker voor een partner voor het vrouwelijk dier kunnen variëren van praktische redenen, zoals kosten en reistijd in het geval van natuurlijke dekking, via het voorkomen van sommige problemen, zoals erfelijke ziektes en het compenseren van tekortkomingen, tot gaan voor de meest populaire partner. Selectie criteria zouden moeten worden gedefinieerd voordat de beste partner geselecteerd wordt, maar in de praktijk zijn deze twee processen vaak gemixt. Toch moet je erop letten dat genetische vooruitgang alleen gecreëerd wordt door selectie en niet door paringen.
...
Paringsbeslissingen hebben geen invloed op het populatieniveau, maar kunnen hebben wat effect hebben op eigenschappen van individuele dieren.
Het verband tussen de selectie van partners en inteelt
Onthoud dat een dier is ingeteeld als zijn ouders verwant zijn: F dier = ½ * a tussen ouders. Ouders zijn verwant als ze voorouders gemeenschappelijk hebben. Hoe minder generaties tussen deze gemeenschappelijke voorouders zit en het ingeteelde dier, des te meer zijn de vader en de moeder aan elkaar verwant. Nakomelingen uit een paring van een volle broer en zus hebben een inteelt coëfficiënt van 0,5 * 0,5 = 0,25. Hoe minder twee ouders verwant zijn, des te minder ingeteeld zijn de nakomelingen. Sommige fokkerijorganisaties hebben richtlijnen om het paren van sterk verwante dieren te voorkomen. De Nederlandse Kennelclub (De raad van Beheer voor de Kynology in Nederland, de algemene overkoepelende organisatie van de verschillende hondenrassen in Nederland, die zorgt voor de stamboomregistratie van alle geregistreerde rashonden), heeft de richtlijn dat een hond geen stamboom krijgt als zijn moeder gepaard is met haar grootvader, vader, broer, zoon, of kleinzoon.
...