/
Hoofdstuk 10: Selectie en paring

Hoofdstuk 10: Selectie en paring

Nadat de fokwaardes zijn geschat en de invloed van de selectiebeslissingen op de genetische respons op selectie zijn voorspeld, zijn we klaar voor actie: het daadwerkelijk selecteren en paren van de dieren! Zoals veel aspecten in de fokkerij kan het paren een ander effect hebben op het niveau van de individuele fokdieren dan op de hele populatie. Het fokdoel voor de hele populatie kan verschillen van dat van een individuele fokker. Om genetische vooruitgang op populatieniveau te krijgen is het essentieel dat eerst de selectiebeslissingen op populatieniveau worden gemaakt. Individuele fokkers kunnen daarna hun eigen selectie criteria toepassen om de partner voor hun dier te selecteren vanuit de selectiekandidaten die geïdentificeerd zijn op populatieniveau. De keuze van de partner kan afhangen van een aantal aspecten, zoals het doel waarvoor de nakomelingen worden gehouden, de kwaliteit (of de afwezigheid van bepaalde kwaliteiten) van het vrouwelijke dier, de prijs van het gewenste mannelijke dier of de afstand tot de partner (in het geval van natuurlijke dekking). Het doel van de individuele fokker is om een passende partner te vinden en goede nakomelingen te produceren, gegeven de beperkingen die de fokker zelf aan de partner stelt. Paringsbeslissingen op het niveau van de individuele fokker kunnen consequenties hebben voor de mate van inteelt op het populatieniveau. Dit komt omdat, wanneer alle fokkers dezelfde mannelijke partner kiezen, deze partner veel nakomelingen krijgt in de volgende generatie, terwijl andere mannelijke partners er geen of weinig krijgen. De gewilde partner keuze op het individueel niveau van de fokkers/dieren en de consequentie hiervan op populatieniveau kunnen met elkaar in strijd zijn. 

     

In dit hoofdstuk kijken we naar de redenen voor, en de gevolgen van, paringsbeslissingen zoals het compenseren van mindere kwaliteiten bij vrouwelijke dieren met de (betere) kwaliteiten van mannelijke dieren, of het selecteren op bepaalde kenmerken in de nakomelingen (bijv. kleur). We zullen ook de mogelijke gevolgen van het intensief gebruik van populaire mannelijke dieren op populatieniveau bespreken. Als laatste bespreken we kort de redenen om het ouderschap te controleren in de fokkerij.

Paren en enkelvoudige eigenschappen

Paringsbeslissingen kunnen ook gebaseerd worden op het vermijden van, of juist verkrijgen van, homozygotie op een locus. Bij ziekten die gebaseerd zijn op enkelvoudig recessieve allelen willen we geen homozygoot recessieve nakomelingen. Er zijn ook enkelvoudige kenmerken die we graag homozygoot willen hebben. Bijvoorbeeld, het wel of geen horens hebben bij koeien, of het creëren van een specifieke vachtkleur. Meer over dit onderwerp in het hoofdstuk over enkelvoudige overerving.

Related content

11.6.4 De rotatiekruising met twee rassen (2024)
11.6.4 De rotatiekruising met twee rassen (2024)
Read with this
10.1: Selectiecriteria en paringsbeslissingen
10.1: Selectiecriteria en paringsbeslissingen
More like this
11.6.5 Rotatiekruising met drie rassen (2024)
11.6.5 Rotatiekruising met drie rassen (2024)
Read with this
2.1.3 Selectie en paring en doorgifte genetische vooruitgang
2.1.3 Selectie en paring en doorgifte genetische vooruitgang
More like this
11.6.2 Drieweg kruising (2024)
11.6.2 Drieweg kruising (2024)
Read with this
9.1: Selectierespons: een overzicht
9.1: Selectierespons: een overzicht
More like this