...
Om diverse redenen is het belangrijk de hoeveelheid chemicaliën in de landbouw terug te dringen. Dit kan een imagokwestie zijn, maar ook een wettelijke verplichting. In de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (WVO) staat onder andere dat er geen melkresten, maar ook geen resten reinigings- en ontsmettingsmiddel op het oppervlaktewater geloosd mogen worden. Dit stimuleert nieuwe ontwikkelingen.
...
Figuur 2.
Envirolyte-installatie
Dit apparaat splitst zout water door elektrolyse. Hierdoor ontstaat een actieve wateroplossing (anolyte) die uitstekend ontsmet. Deze techniek wordt al langer in ziekenhuizen en in de levensmiddelenindustrie gebruikt voor desinfectie. Bij dit systeem worden geen chemicaliën gebruikt maar alleen zout water (pekelwater), wat niet schadelijk is voor het milieu. Hierdoor kan het verbruik van gangbare, chemische middelen fors worden teruggedrongen. Bij een mobiele robot of een weide-installatie kan het reinigingswater op het land geloosd worden.
...
Om aanslag te voorkomen bevatten de gecombineerde reinigingsmiddelen hardheidsbinders om kalkzouten (hard water) in oplossing te houden. Meestal wordt gebruikgemaakt van fosfaten. In milieuvriendelijker middelen zijn de fosfaten vervangen door andere stoffen.
Gecombineerde middelen mogen niet in aanraking komen met zure middelen, want dan kunnen (giftige) nitreuze dampen ontstaan.
Op etiketten van toegelaten gecombineerde reinigings- en ontsmettingsmiddelen staat altijd een toelatingsnummer vermeld: deze bestaan uit vier of vijf cijfers en een hoofdletter N. Verder is ook de concentratie van werkzame stoffen vermeld. Vaak is dit kaliloog of natronloog (reinigingscomponent) en natriumhypochloriet (desinfectiecomponent). Meestal wordt geadviseerd een gebruiksoplossing van 0,5 procent te maken. Toegelaten desinfectiemiddelen zijn op te zoeken in de databank van het Bureau Bestrijdingsmiddelen CTGB op naam, op toelatingsnummer en op werkzame actieve stof. Let bij gecombineerde middelen altijd op de datumsticker op de jerrycan. De chemicaliën waaruit het middel bestaat kunnen onderling gaan reageren (kristallen vormen aan de wand en vulopening) waardoor de werking terugloopt.
Chloorvrije middelen
Sinds 2004 is het gebruik van chloorhoudende middelen bij het reinigen van de leidingen en de melktank niet meer verplicht. Chloorhoudende middelen brengen namelijk altijd het gevaar van het schadelijke chloroform met zich mee. In 2008 heeft de Animal Science Group onderzoek gedaan naar het gebruik van chloorvrije middelen. Dit onderzoek toonde aan dat de melktank en de melkleiding prima schoon te maken zijn zonder chloor. Het is wel belangrijk om bij het gebruik van chloorvrije middelen te letten op de aanslag in de leidingen. Bij het gebruik van chloorvrije middelen moet je (vaker) elke week de leidingen een keer met zuur reinigen om aanslag te voorkomen. Door aanslag kan het kiemgetal in de melk omhoog gaan, wat tot boetes kan leiden.
Zure middelen
Bij het reinigen met alkalisch gecombineerde middelen kan op den duur toch aanslag ontstaan. Deze aanslag wordt verwijderd door één of twee keer per week een reiniging uit te voeren met een zuur middel. Dit middel brengt de aanslag weer in oplossing en voert deze af. Het is ook aan te raden de melkkoeltank regelmatig met zuur te reinigen. Bij ernstige aanslag kan bovendien de werking van elektroden negatief worden beïnvloed. Denk hierbij aan indicators van afneemapparatuur en oudere elektronische melkmeters.
Meng de verschillende middelen nooit!
De volgende eisen worden gesteld aan de kwaliteit van een reinigingsmiddel:
...