Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 7 Volgende »

Gewasdiversiteit is een maat door de diversiteit van gewassen op een landbouwbedrijf. Een hoge gewasdiversiteit is een belangrijke manier om volvelds de biodiversiteit in de akkerbouw te versterken. Een hogere gewasdiversiteit en ruimere vruchtwisseling heeft een positief effect op de bodemstructuur en nutrienten omdat verschillende gewassen een andere doorworteling hebben en nutrienten in andere hoeveel heden opnemen. Omdat verschillende gewassen gevoelig zijn voor andere ziekten en plagen helpt een hogere gewasdiversiteit tevens het onderdrukken van ziekten en plagen[1], wat de productiviteit kan verhogen[2]. De variatie aan samenstellingen van organische stof wat aangevoerd wordt bij een lange vruchtwisseling draagt bij aan het de biodiversiteit van het bodemleven. Doordat verschillende gewassen op verschillende momenten worden gezaaid en geoogst is het landschap als geheel diverser, wat gunstig is voor biodiversiteit. Diversere systemen kunnen beter tegen veranderingen in het klimaat wat ze meer toekomstbestendig maakt[3]

Gewasdiversiteit is vooral belangrijk voor akkerbouw- en tuinbouwbedrijven. Er zijn verschillende manieren waarop de gewasdiversiteit bepaald kan worden: ruimtelijke gewasdiversiteit, randdichtheid of de gewasrotatie-index diversiteit in de tijd.

Ruimtelijke gewasdiversiteit
Met een hoge gewasdiversiteit in de ruimte is er sprake van veel verschillende gewassen in het bouwplan. Dit houdt in dat er tijdens één seizoen veel variatie te vinden is op de productieve percelen van een landbouwbedrijf. De gewassen hebben verschillende zaai- of oogsttijdstippen, eventuele bloeiperiode, gewasstructuur en gewashoogte. Om de ruimtelijke gewasdiversiteit te bepalen worden gewassen in gewascategoriën ingedeeld. Vergelijkbare gewassen (denk aan consumptie aardappel, zetmeelaardappel en pootaardappel) delen dezelfde gewascategorie.
In de praktijk heeft niet ieder gewas een even groot aandeel in het bouwplan. Om dit aspect mee te nemen wordt de Hill-Shannon Index[4][5] gehanteerd om de ruimtelijke gewasdiversiteit te bepalen gebruikt.

Gewasranddichtheid
Een tweede manier om de ruimtelijke variatie aan gewassen in het bouwplan uit te drukken is om te kijken naar de overgangen tussen gewassen of (half)natuurlijke elementen. Randdichtheid (‘edge density’) wordt in de ecologie gebruikt om de heterogeniteit van een landschap weer te geven[6].  Heterogeniteit is voordelig voor biodiversiteit omdat het een complexer ecosysteem creëert. Zo leveren heterogene systemen bijvoorbeeld meer verschillende voedsel- en nestelplekken voor insecten levert, die vervolgens als voeding kunnen dienen voor gruttokuikens[7]. De gewasranddichtheid is een maat om de lengte aan gewasranden ten opzichte van het totale oppervlakte aan productieve percelen te berekenen. Een rand betekent dat het een overgang is tussen twee gewassen of een overgang van een gewas en de omgeving (sloot, berm, erfrand, haag, akkerrand). Op deze overgangen intstaat vaak meer biodiversitiet. Dit kan in de vorm van onkruiden zijn dat voor de boer niet altijd zo handig is, maar het zorgt ook voor meer variatie aan insecten.

Gewasrotatie Index
Met een grote gewasdiversiteit in de tijd wordt een brede vruchtwisseling of gewasrotatie bedoeld. Dit betekent dat er in de vruchtopvolging over verschillende teeltjaren een grotere variatie aan gewassen wordt geteeld, vergeleken percelen met een lage gewasrotatie index. Een brede gewasrotatie is gunstig voor de bodemkwaliteit. In de praktijk betekent het uitbreiden van de gewasrotatie dat er meer rustgewassen in het bouwplan worden opgenomen. Dat is gunstig voor de bodemstructuur, bodemleven en nutriëntenvoorraden in de bodem. Want ieder gewastype heeft een andere doorworteling, neemt nutriënten in andere hoeveelheden op en geeft andere wortelexudaten af. Daarnaast laten verschillende gewassen andere kwaliteit en hoeveelheden gewasresten achter, de voeding is voor het bodemleven. Een ander voordeel aan een brede gewasrotatie is dat de kans op het ontwikkelen van bodemgebonden ziektes afneemt en dat kan de inzet van  gewasbeschermingsmiddelen voorkomen.

Doorontwikkeling van de KPI's gewasdiversiteit
In het KPI-K project worden de indicatoren voor ruimtelijke gewasdiversiteit, gewasranddichtheid en de gewasrotatie index verder doorontwikkeld. Er wordt onderzocht of de drie indicatoren los van elkaar of in een combinatie met elkaar in de set KPI's worden opgenomen. En welke manier van het berekenen van de gewasrotatieindex het beste werkt in de praktijktoetsen.
In de praktijkpilots worden de verschillende indiacatoren berekend en dit zal inzichtelijk maken welke drempel- en streefwaardes gehanteerd kunnen worden. De praktijkpilots zullen ook inzichtelijk welke (combinatie van) indicator(en) het meeste zegt over de gewasdiversiteit op een landbouwbedrijf. Onderzocht wordt of met de gewasranddichtheid dubbeltellingen tussen gewasranden van aangrenzende percelen met hetzelfde gewastype voorkomen kunnen worden.

Verder lezen:


Bronnen:

[1] https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/B9780444500199500054

[2] https://www.wur.nl/nl/show/biodiversiteit-op-de-akker-door-gewasdiversiteit.htm

[3] https://academic.oup.com/bioscience/article/61/3/183/238071

[4] Shannon-index - Wikipedia

[5] A conceptual guide to measuring species diversity - Roswell - 2021 - Oikos - Wiley Online Library

[6] https://doi.org/10.1016/j.ecolind.2012.07.012

[7] Kleijn, D., W.J. Dimmers, R.J.M. Van Kats, and T.C.P. Melman. 2009. De relatie tussen gebruiksintensiteit en de kwaliteit van graslanden als foerageerhabitat voor gruttokuikens.


  • Geen labels