Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 5 Volgende »

  • Pagina:
    Gaasvlieg

    De volwassen dieren van de groene gaasvlieg, of goudoogje, hebben een vleugelspanwijdte tot 3 cm. Er zijn groene, bruine en beige soorten; overwinterende exemplaren zijn ze vaak bleker van kleur.

  • Pagina:
    Lieveheersbeestjes

    De meeste soorten lieveheersbeestjes hebben een felgekleurd en gestippeld dekschild. De soorten zijn niet gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.

  • Pagina:
    Loopkevers

    In Nederland komen ongeveer 400 soorten loopkevers voor, waarvan 50 soorten regelmatig te vinden zijn in gras- en bouwland. Het zijn bodeminsecten.

  • Pagina:
    Magnesiumgebrek

    Magnesium of Mg is een bouwsteen van het bladgroen in de plant. Een tekort wordt het eerst zichtbaar in de oudste bladeren, die lichtgeel verkleuren waarbij nerven en bladranden groen blijven.

  • Pagina:
    Mangaangebrek

    Mangaan of Mn is een bestanddeel van verschillende enzymen in de plant en is nodig voor de vorming van bladgroen. Gebreksverschijnselen worden het eerst zichtbaar aan de jonge blaadjes.

  • Pagina:
    Sluipwesp - Aphidius

    De sluipwesp Aphidius ervi komt van nature voor in grote delen van Europa en wordt met name gebruikt als biologische bestrijder van bladluizen in kasteelten.

  • Pagina:
    Stikstofgebrek

    Stikstof of N is een van de hoofdelementen in de bemesting, dat wil zeggen dat een gewas naar verhouding veel van dit element opneemt. Stikstof is voor de plant van belang voor de vorming van eiwitten, allerhande organische verbindingen en bladgroen

  • Pagina:
    Zweefvliegen

    De meeste zweefvliegen  zijn tussen de 5 en 10 mm groot en zijn vaak geel-zwart gestreept. Ze worden vanwege hun kleurenpatroon vaak met wespen verward.

Zelfstudie

Met het programma MBOsortiment kun je zelf studeren. Als je het programma opent, zie je een lijst met lessen. Elke les bestaat uit een groep planten die horen bij het onderwerp zoals genoemd in de titel van de les. In de les zijn verschillende oefeningen beschikbaar. Meer informatie vind je in de handleiding.

  • Geen labels