Tweewegkruising vrouwelijke dieren (F1) worden gekruist met raszuivere mannelijke dieren van een derde ras. Voor hun nakomelingen, de tweede generatie in de kruising, wordt de notatie F2 gebruikt. In dit systeem kan het volle effect van de heterosis in de F1 gebruikt worden. Een speciaal geval van de driewegkruising is het kruisen van een van de kruisings vrouwelijke dieren (F1) met een mannelijk dier van een van de ouderrassen. Dit wordt een terugkruising genoemd. Vroeger was in Nederland de driewegkruising met het Landras varken en het Groot Yorkshire ras erg populair. De Landras zeugen zijn uitstekende moeders en het Groot Yorkshire varken was erg goed in groei en karkaseigenschappen, maar minder goed als moederdier. De eerste kruising gaf hele goede zeugen met grote tomen (door de Landraseigenschappen en heterosis) en na de terugkruising met een Groot Yorkshire beer werden veel biggen geboren die goed groeiden en een goed karkas kregen.
A * B > F1 (AB = 50 % A, 50 % B)
F1 (AB) * C > F2 (ABC = 25 % A, 25 % B, 50 % C)