De start van deze kruising is hetzelfde als bij terugkruisen. Vrouwelijke dieren van ras A worden gekruist met mannelijke dieren van ras B. Hun vrouwelijke nakomelingen (F1) worden (terug)gekruist met een mannelijk dier van ras B. Hun vrouwelijke nakomelingen (F2) worden weer met mannelijke dieren van ras A teruggekruist. Hun vrouwelijke nakomelingen (F3) worden weer met mannelijke dieren van ras B teruggekruist etc. Om de generatie worden de vrouwelijke dieren dus met mannelijke dieren van ras A of ras B gekruist. In zo’n kruising kan een deel (2/3 vergeleken met zuiver raskruising) van de heterosis gebruikt worden. De raszuiver dieren moeten nog steeds in stand worden gehouden met een fokprogramma, maar andere fokkers kunnen dit doen. Hieronder zie je een voorbeeld van de tweewegrotatie bij runderen: